laatste wijziging van deze pagina  18/06/2003   
reacties en suggesties: e-mail naar simon kuipers
Terug naar de
vorige pagina

Onderstaande tekst is niet eerder gepubliceerd

Publicatie op deze pagina vindt plaats met toestemming van de auteur


Non

Lachend geboren worden is ook niet alles.
- Het arme kind! schijnt onze bezorgde huisarts uitgeroepen te hebben. Het leven kan voor haar alleen nog maar tegenvallen!
- Een echt Zondagskindje, zou de pastoor gezegd hebben op zalvende toon, en doopte me in naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
- Wat, een meisje, zuchtte de pipert, zo’n leuke leraar van de oude stempel.
- Als dat maar goed gaat met Grieks en Latijn!
- Pap, waarom zijn de bananen krom?
- Omdat, mijn kind, als ze NIET krom waren, het geen bananen zouden zijn.

MAGISTER DIXIT.
Ik ben zijn dochter.
Ik ben de dochter van de Eeuwige Strijd.

Toen ik twee jaar was, overleed mijn moeder en met haar een Heel Tijdperk.
We verhuisden van de mooie, sombere Peperstraat, onder de St. Jan, naar een villawijk, buiten de stad. Mijn twee oudere broers bleven thuis en ik werd bij de nonnen ondergebracht, waar ik consequent weigerde enig voedsel tot me te nemen. Dag in dag uit vond dezelfde ceremonie plaats.
Een non boog zich dan over me heen en maande me vergeefs tot eten.
Dreigen, bidden, smeken, niets hielp.
Dezelfde scène, elke dag weer.


Tot non overste zich ermee ging bemoeien. Ook vergeefs.
Teneinde raad verstopte ik het voedsel her en der achter meubelen daar in dat enge lokaal, ALS ik al even alleen gelaten werd.
Toen ook DAT uitkwam brak de hel pas goed los en kreeg iemand opdracht me maar dan ook geen seconde meer alleen te laten. Totdat ik mijn bordje, weliswaar kokhalzend, maar wel helemaal leeggegeten had. Het eten werd, hoe dan ook, gewoon bij me naar binnen gepropt.
Ik gaf echter alles net zo snel weer over en werd dan, als straf, gedwongen ook dit OPNIEUW OP TE ETEN!

Een poosje geleden trok ik hier een lade open en stuitte op een artikel over de legendarische actrice Sarah Bernhardt. Het was een achterpagina van de NRC. Hierin vertelt F.L. Bastet over het bezoek van deze Franse toneelspeelster aan ons land, in 1883.
Ook haar gedenkwaardige reis naar Amerika wordt erin aangehaald.
Gedurende de overtocht naar dit werelddeel werd Sarah, de “Divine”, zeeziek en braakte in haar soep. De soep met brokken werd echter zorgvuldig geconserveerd, schrijft Bastet, “om na aankomst in Amerika voor tien dollar per lepel verkocht te worden”.
Nou, ik kreeg er niks voor!
Opnieuw opeten die troep, als alles weer eens naar buiten gekomen was.
Een dergelijk voorval zal bepaalde gedistingeerde cultuurpessimisten wellicht in hun handen doen wrijven. Voor hen is het immers een teken dat de mens – in casu een non – nu eenmaal een onverbeterlijk en sadistisch mormel is.
Was.
En dat altijd wel blijven zal.
Ikzelf zou er liever om gehuild hebben, ware het niet dat ik vóór mijn dertigste geen traan kon laten.

Na verloop van tijd haalde mijn vader me dus maar weer terug naar huis. Inmiddels was hij hertrouwd met de vrouw die mijn stiefmoeder geworden was. Een soort familielid van haar werd onze huishoudster. ZIJ is het geweest die me de weinige warmte en genegenheid gegeven heeft die elk kind zo broodnodig heeft. Ze heette Tonia, wij noemden haar Tooy-Tooy.
Ze was ZO gecharmeerd van mijn vader, keek hem ZO naar de ogen, dat ze, als ik thuis was en de telefoon overging, ze eerst mij aankeek, alvorens de hoorn van de haak te nemen.
- Dat is je vader, zei ze dan.
Toen ik m’n eerste verbazing hierover te boven was, vroeg ik haar eens:
- Maar Tooy-Tooy, hoe wéét je dat?
In alle ernst antwoordde ze:
- O, dat hoor ik aan z’n belletje!
HET WAS EEN GOED MENS.

Datzelfde kun je niet van alle nonnen zeggen.
Later, omdat ik absoluut niet overweg kon met de stiefmoeder en voordat de Voogdijraad zich ermee ging bemoeien, werd ik door haar naar een pensionaat gestuurd, waar Frans geleuterd werd. Omdat mijn uitspraak goed was, moest ik in deze taal toespraken houden en gedichten voordragen.
Maar als wij kinderen onder de douche gingen, moesten we een lang, wit gewaad aantrekken, dat van onze schouders tot aan de grond reikte. Daarmee stonden we ook onder het stromende water, naakt was uit den boze.
En toen ik voor de eerste keer toevallig eens mijn hoofd ophief om naar het plafond te kijken, zag ik een groot, geschilderd soort koeie-oog, met eromheen de volgende tekst: GOD ZIET U OVERAL.
Is dat niet maf?
Is er op de hele, wijde wereld iets gekkers te bedenken dan een NON?
Het antwoord hierop is even kort als simpel:
NEE, iets gefrustreerders en vreemders is er op de hele wijde wereld niet te bedenken.

-------0000000--------000000000000--------

Merel          Twee jongens en een meisje