Het Lange Voorhout. Kalm en sereen. Zacht wiegende bomen, laaghangende wolken en hier en daar een wandelaar.
Daar zat de Veelbelovende Hoop des Vaderlands als een In Elkaar Gezakt Hoopje van Niks.
Nooit zou ik meer een letter op papier zetten!
Ik zat daar maar zo’n beetje naar de lucht te staren. Windrichtingen zijn ook niet altijd even makkelijk te voorspellen. Als je naar de wolken kijkt, denk je: Aha, de wolken drijven die kant op, dus komt de wind daar vandaan. Maar de werkelijkheid is vaak iets complexer, want de wind laat zich niet altijd zo lijdzaam vangen en rubriceren, en de richting en de kracht ervan hangen vaak van verschillende factoren af.
Zij, die ooit gezeild hebben of zij, die eens met prachtig weer voor een boottocht de Middellandse Zee opvoeren, en toen zonder enig merkbaar voorteken van het ene moment op het andere letterlijk overvallen werden door een fikse storm, weten waar ik het over heb.
In Frankrijk, waar ik me veel later zou vestigen, heeft bijvoorbeeld elke streek zowat zijn eigen specifieke kaas- en wijn-, maar ook windsoort en het zou welhaast ’n heel mensenleven vergen deze alle te leren kennen. Hun verscheidenheid en de benamingen die de lokale bevolking hen geeft, plus de ongelukken die elk jaar opnieuw her en der plaatsvinden, geven al aan hoe belangrijk het is hiermee te leren omgaan.
Wie kent niet, al was het maar van het strand in het Zuiden, die koude en droge Noordwestenwind Mistral geheten die, naar men zegt, drie, zes, of negen dagen aanhoudt en net zo plotseling weer verdwijnt als hij opgekomen is.
Dan is er nog de Autan, een Zuidwesten wind in de Aquitaine, en de Cers, die in hetzelfde gebied alle regenval brengt. Of de Tramontane, een koude Noordenwind, die in de Roussillon huishoudt. Om nog maar te zwijgen van de vele soorten die bij mooi weer langs de o zo gevarieerde en grillige kustlijnen van Frankrijk waaien, overdag vanuit zee naar land maar ‘s-nachts omgekeerd, vanuit land naar zee.
In bergachtige gebieden dalen vele zijwinden graag vanaf de toppen van de bergen naar beneden, de valleien in, om het volgende etmaal weer bergwaarts te keren.
Buiten de vele passaatwinden heb je in de wereld natuurlijk ook nog een hevige wervelstorm in de Chinese Zee, Typhoon genaamd, alsook de Moesson, de wind die wisselt met de jaargetijden.
Maar dit alles was niets vergeleken bij de vernietigende, hevige storm, ik bedoel de ORKAAN die mijn leven daar en toen teisterde en de weinig vleiende naam droeg van mijn broertje.
Heel, heel langzaam voelde ik een grote woede in me opwellen en, voor het eerst van mijn leven, een gevoel van machteloosheid.
Zowat een hele middag heb ik daar op dat bankje gezeten
Toen ik uiteindelijk opstond, had ik besloten Nederland de rug toe te keren.
Mijn keuze viel op Engeland..
*** ***
***