Nieuwsbrief 5 | © | januari 1995 - 3e jaargang nr. 1 |
Deze rubriek ontstaat elke keer bij improvisatie.
Ook al zijn er bepaalde Waterman-zinnen die ik bij nacht & ontij uit
het hoofd kan citeren, zelfs wanneer men mij midden in de nacht zou wakker
maken, de keuze van het citaat valt willekeurig. Die is afhankelijk van
het boek dat ik toevallig bij de hand heb. Ik leef - min of meer zoals
Willem Waterman - nu eens hier, dan weer daar; vaak uit een koffer in een
huurkamer. Op een echt thuis kan ik mij niet beroemen, of mijn thuis
zou daar moeten zijn waar de volledige Bob Evers Reeks in de kast staat.
Dat is in Toscane, in de boekenkast van mijn dochter. Nu zit ik in Amsterdam.
- slechts enkele deeltjes heb ik hier bij de hand. Maar is het niet méér
mijn thuis waar de reeks oorspronkelijke Bob Evers Boeken in hardkaft bewaard
staan, in mijn nog intacte jongenskarner in het ouderlijk huis te Haarlem
? En is de blijvende waardering voor de Bob Evers Boeken niet de doorgaande
lijn die de jeugd van een man (of een vrouw) verbindt met zijn verdere
leven ?
Leest heel voorzichtig het volgende fragment,
en laat de opgeroepen beelden in licht & stemming tot U doordringen:
Bob wandelde weer naar het open raam en ging staan kijken naar het landschap van glooiende heuvels. De zon stond al laag en alleen de toppen van de bergen rondom hen lagen nog in haar rode gloed. Het meer zelf en de bungalows vertoonden al diep-blauwe of paarse schaduwen. De neon-reclames op het hoofdgebouw sprongen aan en wierpen lunapark-achtige kleuren in de lak en de voorruiten van verspreid geparkeerde auto's. Aan de achterzijde van de bungalows in de rij waarin ook de hunne lag waren geen hekjes of tuinen; het terrein ging daar zonder merkbare afbakening over in het met cactus en struikgewas begroeide heuvellandschap.
Vraag 1: Determineer binnen vijf seconden
uit welk deeltje dit fragment komt.
Vraag 2: Ik heb één woord
veranderd in de tekst - welk ?
Commentaar: De overgang van de dag in
de avond, vol weidse nostalgie (geen Heimwee maar Fernweh -
onbepaald verlangen naar de verte) spreekt voor zichzelf. Let op hoe het
ogenblik gemarkeerd wordt door het aanspringen van de neon reclames,
en hoe prachtig Waterman de kleuren in de lak en de ruiten (voorruiten
!) van de auto's laat spelen. Merk ook op hoe de zachte tinten van de natuur
(rode gloed, diepblauwe en paarse schaduwen) gecontrasteerd worden met
de lunapark-achtige, schreeuwerige kleuren van neon en automobielen;
vóór Bob uit de weidse, stille natuur; achter hem het lawaai
en gedoe van de mens. (Dergelijke contrasten zijn uitermate geschikt om
een Amerikaanse - in dit geval Mexicaanse - sfeer op te roepen.)
Het is een prachtig moment. Alles houdt
als het ware even zijn adem in, op de scheiding van dag en avond. Meteen
hierna volgt een snelle actie-scène.
Tenslotte: het terrein ging daar zonder
merkbare afbakening over in ... is zo'n typische Willem Waterman-zin;
een beetje gek, een beetje onzin, een beetje plechtig, maar daarom juist
zo leuk. Volgens Keith Kanger Snell (in Joyce & Co: Werkbrieven) is
dit "het nec plus ultra van een Willem Waterman-zin". Wat is een afbakening
die niet merkbaar is ? En de subjectivering van terrein, in: het terrein
ging over - hoe moet je je dat voorstellen ? Watermans terrein-beschrijvingen
hebben vaak deze, ietwat militaire of in ieder geval aardrijkskundige toon.
Hij zet zijn terrein ook duidelijk uit (en bakent het af !) voor hij daar
de campagne van zijn scene laat beginnen. Als een veldheer brengt hij het
gebied eerst in kaart.
Geerten Meijsing
(N.B. 'Werkbrieven 1968-1981' door Joyce & co, ISBN nr. 90 6521 1160. Hier en daar nog bij antiquariaten te koop, red.)
© 1995 Hans en Ton Kleppe, Jacoba van Heemskerckstraat 7, 3351 SP Papendrecht
Naar de inhoudsopgave van deze nieuwsbrief Naar de rubriek "de Bob Evers-nieuwsbrief" (algemene informatie) Naar de homepage |