Nieuwsbrief 6 | © | juli 1995 - 3e jaargang nr. 2 |
Het verschijnsel John Beringen
door Paul Groenendijk te Rotterdam
Nieuwsgierig gemaakt door de aankondiging in de vorige Bob Evers Nieuwsbrief
bestelde ik het nieuwe boek van de zelfbenoemde Bob Evers-hofbiograaf John
Beringen.Het eerste boek van zijn hand had ik met gematigd enthousiasme
gelezen. Ondanks de wijdlopige en enigszins onbeholpen schrijfstijl bevatte
het boek veel nuttige informatie, zoals een bibliografie, een personenlijst,
een aardig stuk over de lokaties en een poging tot analyse van de boeken.
De onvolledigheid van het werk nam ik voor lief aangezien het hier de eerste
serieuze poging tot het beschrijven van het fenomeen Willy van der Heide/Bob
Evers betrof.
Het nieuwe boek. Het Bob Evers virus, bevat afgezien van enkele aanvullingen
en correcties -die als Errata op een A4tje gepast zouden hebben- en de
uitslag van de enquête nauwelijks nieuwe informatie. De lezing van
de onvolprezen Geerten Meijsing en het verslag van de 50ste verjaardag
hadden we immers al in de nieuwsbrief gelezen. De rest van het boek is
gevuld met omslachtig omschreven belevenissen van John Beringen vol elementaire
taalfouten als 'mond-op-mondreclarne', 'recentie', 'de sfeer uitademen'
en stoplappen als 'uit mijn pen vloeien'.
Pagina's lang wordt er doorgezeurd over de speurtocht van John Beringen
naar twee ontbrekende Watermantitels, de ATV-dag die John Beringen daarvoor
moest opnemen en de telefoontjes van John Beringen met gespecialiseerde
antiquariaten hierover. Voorts de integraal weergegeven radio-optredens
van John Beringen, de integraal weergegeven recensie van de bibliotheekdienst
en de belevenissen van John Beringen als hij besluit tot een eigen beheer
uitgave naar Russisch model-, hij wordt zelfs herkend in de copyshop!
Dit is niet interessant. Pure bladvulling over de rug van Willy van
der Heide. Het woord ik komt op elke pagina 30 keer voor. Het gaat om Bob
Evers en Willy van der Heide!
Ik ga toch ook niet in een recensie van Het Bob Evers virus schrijven
dat ik veel moeite moest doen om het boek bij de plaatselijke Libris-boekhandel
te bestellen, dat het twee weken later pas aankwam maar dat ik daardoor
het boekenweekgeschenk van Leon de Winter erbij kreeg, dat ik het boek
heb gelezen in de trein naar Maastricht en dat er zo weinig instond dat
ik het op de heenreis al uit had ...
De briljante Bob Eversboeken en hun onmogelijke auteur verdienen een
beter lot. Leden van het Bob Eversgenootschap, ontneem deze goedwillende
ijdeltuit zijn onmogelijke taak. Ralph en Hans of Geerten Meijsing,grijp
in!
Naschrift van John Beringen
Het Paul Groenendijk-virus
Het geschrift van Paul -althans een kopie daarvan- heb ik met veel belangstelling
gelezen. Het mooie (?) is dat hij volkomen gelijk heeft ... d.w.z. vanuit
zijn persoonlijke visie en belevingswereld.
Zijn opmerking "Pagina's lang wordt er doorgezeurd over de speurtocht..."
enz. enz. is correct. Nadat ik dit verhaal desgevraagd al zo'n honderd
keer had verteld, begon het mij dusdanig te vervelen dat ik besloot om
het maar helemaal op te tekenen. Met de kreet "dat hadden we immers al
in de Nieuwsbrief gelezen", wordt echter iets gezegd dat niet zozeer mij
raakt als wel anderen. Dat "we" staat voor 250 personen (dat is namelijk
de oplage van de Nieuwsbrief van januari 1994 waar Paul over spreekt) die
door middel van genoemd medium op de hoogte werden gebracht van het gebeuren
in Apeldoorn. Thans is de oplage bijna verdubbeld en nog steeds is de belangstelling
groeiende. De Nieuwsbrief breidt zich dus uit als een olievlek. Als ik
in "Het virus" het jubileum achterwege had gelaten. dan zou niemand -behalve
de 250 gelukkigen. die de hand wisten te leggen op genoemde editie van
de Nieuwsbrief- meer weten dan "dat er ooit iets te doen was geweest in
Apeldoorn". En dit komt weer voort uit het feit dat de redactie van de
Nieuwsbrief uit praktische overwegingen eerder verschenen edities niet
opnieuw kopieert en verstuurt. Het risico van vooruit denken (en niet redeneren
in de trant van: "Wij weten het-, wie na ons komt is niet belangrijk")
is dat er altijd personen zullen blijven die dit als overbodig aanmerken.
Wat overigens opvallend is, is dat ook Paul niet wars is van een Russische
aanpak gezien zijn wanhopige poging om mij te doen stoppen met schrijven.
Het aanroepen van Ralph Jas en Hans Waser in deze is echter roepen in de
woestijn aangezien mijn derde boek "Twee jongens en een Bob Evers-serie"
geheel zal gaan over dit duo, inclusief hun noeste arbeid van weleer, maar
eerlijk is eerlijk: dit kon Paul niet weten. De uitlatingen over mij als
persoon ("zelfbenoemde Bob Evers hofbiograaf" en "goedwillende ijdeltuit")
heb ik voor kennisgeving aangenomen; dat geldt natuurlijk ook voor het
overige. Tenslotte merk ik op dat ik twee redenen heb om bijzonder tevreden
te zijn over de schriftelijke reactie van Paul> Behalve dat door publikatie
hiervan is
aangetoond dat de Nieuwsbrief GEEN soort van propagandablad is waarin
kritische geluiden niet zouden worden geduld, heeft het er toe bijgedragen
dat wellicht een aantal vraagtekens zijn weggenomen bij eventuele lezers
die in eerste instantie een soortgelijke mening hadden over mijn werk.
Met vriendelijke groet, John Beringen.
© 1995 Hans en Ton Kleppe, Jacoba van Heemskerckstraat 7, 3351 SP Papendrecht
Naar de inhoudsopgave van deze nieuwsbrief Naar de rubriek "de Bob Evers-nieuwsbrief" (algemene informatie) Naar de homepage |