Nieuwsbrief 6  © juli 1995 - 3e jaargang nr. 2 
Vera Vitella boezemt het meeste ontzag in
VROUWEN IN DE BOB EVERS-SERIE
door Henk Bergman
De wereld van Bob Evers is een mannenwereld; vrouwen komen er maar mondjesmaat in voor. John Beringen noemt in het register van zijn boek Het verschijnsel Bob Evers (waar ik dankbaar gebruik van heb gemaakt) in totaal 418 personen die optreden in de delen 1 t/m 37. Daaronder zijn 27 vrouwen: nog geen 6½ %!
Van die 27 heb ik er hieronder 19 beschreven. Acht heb ik laten vallen omdat ze niet voldeden aan het criterium dat ik hanteerde: ze moesten sprekend aanwezig zijn en er moest iets (hoe gering ook) van een eigen persoonlijkheid zichtbaar worden.
Valt er iets algemeens te zeggen over de vrouwen in Bob Evers? In elk geval zijn de meesten geen doetjes. Er is een aantal zeer zelfstandige types onder (Lois Bennett, Lottie Doberman, tante Ginny, Lilian, Vera Vitella), dat ieder op haar manier de mannen trotseert. Maar ook een 'dom blondje' als Tootsie Griff heeft zo haar kwaliteiten.
De mannen naar de mond praten doen ze eigenlijk geen van allen; zelfs huishoudster Marianne reageert laconiek op het geblaf van kolonel Prins. Aan de andere kant: veel invloed op het verloop van de gebeurtenissen hebben ze ook weer niet. Van de hieronder beschreven vrouwen spelen eigenlijk alleen Carlotta, Lottie Doberman, mrs Fentwick, Leontina Hissink, Lilian, Yetty Sanders, Sonja Straperli en Vera Vitella in meer of mindere mate een essentiële rol in het verhaal waarin ze voorkomen. De anderen vervullen of een bijrol of zijn niet meer dan een - meestal komisch - versiersel.

Barley, Annie (De jacht op het koperen kanon)
Engelse, afkomstig uit Portsmouth, getrouwd met de Hollandse stuurman op de grote vaart Jansen. Woont in Alkmaar, Bloemfonteinstraat 22, in een half villaatje genaamd Eddystone. Spreekt Nederlands met een zwaar accent. Bezit twee koperen kanonnetjes, in één waarvan het laatste papiertje uit de Hathaway-jacht verborgen zit.

Bennett, Lois (De jacht op het koperen kanon. Sensatie op een Engelse vrachtboot)
Nicht van prof. George Hathaway, die met haar broer John op jacht is naar de verborgen papiertjes om daarmee de erfenis van één miljoen gulden van Hathaway veilig te stellen. Wordt beschreven als 'een sportief gekleed meisje'. Blond haar, later ook aangeduid als goudgeel. Rookt. Maakt een zeer zelfstandige indruk. Doet mee aan de inbraak in het Engelse landhuis om in de wapeneollectie te zoeken naar één van de papiertjes en vindt het in een dubbelloops jachtgeweer. Tegen iemand die haar niet meetelt als lid van een overval-team om Jeffries te beroven van het in Kaapstad achterhaalde papiertje ('Maar u bent een meisje') zegt ze liefjes: 'Zal ik eens een Jiu Jitsu greep op u toepassen?' Als Jan en Arie haar voor het eerst ontmoeten, spreken ze over 'deze jongedame hier'. Ze wordt strategisch ingezet ('Lois moet meegaan,' zei de piloot. 'Een vrouw krijgt tienmaal meer gedaan dan een auto vol mannen'). Geeft zich uit voor verslaggeefster van de Daily Telegraph om aan boord van de Mersey Hope te komen, waar het laatste briefje uiteindelijk terecht gekomen is en zorgt voor de nodige heisah aan boord.

Carlotta (Tumult in een toeristenhotel)
Lange, zwartharige, bruinogige vrouw, zonder achternaam. Logeert met haar man Charles en het duo Lilian/Jim ook in het Seaview-hotel in Blackpool, tegenover Jan en Arie. Wil per se haar schoenen (met in de hakken daarvan de smokkeldiamanten) laten poetsen. Voelt zich niet verantwoordelijk als de schoenen de volgende ochtend verdwenen blijken te zijn. 'Dat zijn vrouwengrillen. Daar mag een man niet op letten'.

Doberman, Lottie (Een motorboot voor een drijvend flesje. Een klopjacht op een kapitein. Een raderboot als zilvervloot)
Echtgenote van kapitein Doberman en enige vrouw in het illustere gezelschap dat jaagt op het Grimbosgoud. Geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Ergert zich voortdurend aan de stommiteiten van haar man, Hennie Schol en Bonzo en reageert daar kribbig op. Net als Arie roodharig en slim. Lokt de haar achtervolgende Jan Prins mee naar restaurant Formosa aan de Kalverstraat en verdwijnt door de tweede uitgang aan het Spui. Strooit Jan daarmee zand in de ogen en laat hem in de buurt van de Zeedijk inrekenen. Noemt Jan vervolgens spottend 'de jonge Sherlock Holmes'. Barst in woede uit als in het gevecht in het bos een van haar jurken verloren gaat. Valt bij haar vlucht over de Duitse grens in handen van smokkelaars en wordt aan haar man vastgebonden en in een bunker gelegd. 'Toen dat gebeurd was, lagen zij hechter verbonden dan huwelijksbanden ooit hadden kunnen doen.' Wordt later weer bevrijd en valt in handen van de jongens op de raderboot Lorelei. 'Luister, zus,' zei Arie. 'We slaan bij voorkeur geen vrouwen boven de tien jaar. Wil je zonder kabaal laten vastbinden?' Lottie doet het.

Fentwick, mrs (Sensatie op een Engelse vrachtboot)
Postmeesteres van het postkantoor in Bromborough, waarnaar Barnett het laatste papiertje in de Hathawayjacht poste restante heeft opgestuurd. Een vrouw van Schotse afkomst, die zich geen knollen voor citroenen laat verkopen. Bezorgt de Britse Consul in Amsterdam de schrik van zijn leven door openlijk aan zijn identiteit te twijfelen. Is alleen bereid de brief van Bamett af te geven aan Bamett zelf, die ze kent omdat ze hem eens twee maanden in pension heeft gehad. Zegt goedkeurend tegen Jan Prins, die verklaart dat hij van vroeg opstaan houdt: 'Dat zijn woorden naar mijn hart, jongen. Ik heb een hekel aan langslapers en marmotten.'

Ginny (Een overval in de lucht)
Tante van jonkheer Paul van Rilland Bath, en net als hij een van de passsagiers in het extra toestel naar Johannesburg. 'Een omvangrijke dame van middelbare leeftijd, die door de regen kwam aanstevenen als een sergeant-majoor.' Draagt een bril met dikke glazen. Aristocratische dame, niet voor een kleintje vervaard. Zegt tegen Kaalmans, die haar bedreigt met een revolver: 'Als je het nog eens in je hoofd haalt om me met die proppenschieter in mijn rug te kietelen, ben je niet gelukkig.' Verrast het gezelschap 'met termen, waarvoor een zeerob zijn bewondering zou hebben uitgedrukt'. Bewerkt filmster Lalou Lalonde met een deegrol. Verpleegt vrijwillig de eerste piloot.

Griff, Tootsie (Vreemd gespuis in een warenhuis)
Vriendin van Johnny Dalmonte, de ongekroonde koning van de Pittsburgse onderwereld. Een meisje met blauwe ogen. Gekleed in een blauw mantelpak met een blauwe hoed, en daarbij een blauw tasje. Bepraat Specs Hildebrant op straat om samen te werken met Dalmonte. Hildebrant vertelt haar de plaats waar de juwelen verborgen zijn. Haar reactie: 'Zoete lieve Gerritje... Een kwart miljoen dollars los in een doortrekbak... Ik ben al weg.' Vijlt dag in dag uit haar nagels en houdt toch voldoende over om aan te blijven vijlen. 'Haar wapen bestaat niet uit een achtschots automatisch pistool, maar uit haar wijdopen, helblauwe ogen die iemand als heldere vijvers van onschuld konden aankijken, ook al was haar ziel een modderige poel vol leugens.'

Hissink, Leontina Caroline (Een motorboot voor een drijvend flesje. Een raderboot als zilvervloot)
Blond haar en grijze ogen. Gehuwd met Johannes Grimbos. Woont in Lisse in villa Serafina, waar het goud van haar vader verborgen ligt. Wat zurige vrouw van rond de dertig jaar. Heeft haar man niet hoog zitten ('Als jij een vént was in plaats van een... een...'). Gaat node akkoord met 25% als opbrengst voor de jongens. Ze maakt echter een scène op de hotelkamer in Nijmegen als de jongens haar het eerste veroverde deel van de goudschat tonen. Arie laat haar een verklaring tekenen dat zij één vierde van het gevonden en nog te vinden goud aan hen afstaat. Ze doet het met tegenzin. 'Ik vind een kleine twintigduizend gulden rijkelijk veel als vacantieverdienste voor drie bengels die nog niet droog zijn achter hun horen, maar ik wil er verder niet over strijden.'

Joyce (Superslag in een supermarkt)
Au pair zonder achternaam. Helpt Bob bij z'n zoektocht naar de miljonair Doughall. Is 16 jaar oud, heeft een rijke vader en zat tot voor kort op kostschool. 'Je pakt het niet goed aan', zegt ze tegen Bob, die dat een heel nieuwe ervaring vindt.Nieuwsgierigheid is haar drijfveer. Bob betaalt haar tien dollar per uur. Van enige erotische aantrekkingskracht blijkt niets.

Lalonde, Lalou (Een overval in de lucht)
Frans filmster, die meereist in het extra vliegtuig naar Johannesburg. 'Een verwaand vrouwtje in een witte regencape.' Bij aankomst op Schiphol zit in haar mouw een miniatuur Pekineesje. Volgens haar regisseur Malherbe moet er heel wat aan haar geregisseerd worden. Ze praat veel, valt flauw en barst in tranen uit - deze 'mallotige Franse actrice'. Probeert na afloop zoveel mogelijk publicitaire winst uit de kaping te slaan.

Lilian (Tumult in een toeristenhotel)
Kleine, mollige, blonde vrouw (ook wel aangeduid als 'meisje'). De slimste van de diamantsmokkelaars. Stalt koffer met de kostbare schoenen zo lang op Jan's kamer. (Arie - die dat ziet - spreekt over 'een teken van Liefde' - een van de weinige 'erotische' verwijzingen in de serie). Als ze ontdekt dat de inhoud van haar koffer is verwisseld, lokt ze Jan mee en houdt hem gevangen. Arie overmeestert haar echter en bindt haar vast aan een betonpijler in het pakhuis van Vonnie Vassar.

Marianne (Een overval in de lucht. De jacht op het koperen kanon)
Geen achternaam. Huishoudster van kolonel Prins. Leeftijd niet helemaal duidelijk. Ze wordt ergens aangeduid als 'een oude huishoudster', maar 'van middelbare leeftijd' zou ook heel goed kunnen. De jongens noemen haar in ieder geval bij haar voornaam. Haar uiterlijk: 'een lange, magere vrouw, met een stomp neusje en één wenkbrauw hoger dan de andere, wat haar een komiek gezicht gaf'. Reageert meestal kalm en laconiek op het geblaf van de kolonel.

Paraquita, La (Trammelant op Trinidad)
Waarzegster, die voor een dollar Jan de toekomst voorspelt op de Trinidadse kermis. Weet onwaarschijnlijk veel van Jans verleden. Is contactpersoon op Trinidad voor de organisatie die mensen illegaal de Verenigde Staten binnen smokkelt. Spreekt in bijna geheel zuiver Engels.

Sanders, Yetty (Drie jongens en een caravan)
'Een aardig uitziend meisje in een lichtblauwe jurk en een open, kort, leren autojasje.' Woont Stratumschedijk 785 in Eindhoven, in 'een villa met witte muren en een rieten dak'. Noemt haar vader 'paatje'. Beetje een rijkeluiskind, maar wel aardig. Maakt ondanks haar verknochtheid aan 'paatje' toch een zelfstandige indruk. Houdt de jongens vanwege een lekke band aan op de betonweg van Utrecht naar Den Bosch. Jan zegt 'u' tegen haar. Later in het verhaal rijdt ze de caravan achterna in België omdat er in het wiel dat de jongens met haar hebben geruild 50.000 dollar blijkt te zitten. Haar openingswoorden dan: 'Luister eens, knapen...'

Sarie (Wilde sport om een nummerbord)
Oudste zuster van Bill, de bijrijder van Walter Kettering. Woont op een boerderij in Lebanon, Pennsylvania, een plek die uitstekend geschikt lijkt om de beschadigd geraakte pakketjes opnieuw in te pakken. Een vrouw 'zo ontstellend dik, dat ze de toch niet erg smalle gang van de ene wand tot de andere scheen te vullen.' Bill wordt niet moe te herhalen dat Sarie 'toch zo'n droge is'. Ze past haar dochter Fanny een rose jurkje uit een van de pakjes en is beledigd als Kettering daarover iets zegt. Als Fanny vervolgens in een plas met olie valt zijn de poppen echt aan het dansen...

Schol, juffrouw C.B. (Een klopjacht op een kapitein)
Zuster van Hennie Schol. Woont Laurierzijgracht 71 C, Amsterdam. Is ongeveer 25 jaar oud, bijna witblond en lijkt beslist niet op Doris Day. 'Zij zat beter in de verf dan het huis waarin zij woonde.' Spreekt Arie vanaf drie hoog in onvervalst Amsterdams toe. 'Wat mot je?'. 'Gif maan ook soon loopjonge'. 'Seg dat stuk sloeber dat-ie dat geeltje van me terügbrengt dat-ie een maand geleden van me leende, want ik sit derom te springe.'

Straperli, Sonja (Kabaal om een varkensleren koffer)
Echtgenote van Straperli, alias Frederik Zoutman, alias De Groene Man. Volgens eigen zeggen op huwelijksreis, maar dat blijkt een leugentje. Een monteur over haar: 'Ze rijdt een donkerblauwe open Talbot-racewagen van 1937 met electrische versnelling en ze weet net zo veel van auto's af als ik van baby-atoombommen. Haar idee van reizen is een soort tournee van garage naar garage.' Bedreigt Jan en Arie met een pistool in de apotheose van het Buikmans-avontuur, maar wordt echter spoedig beentje gelicht. Blijkt al met al weinig kaas gegeten te hebben van misdadige zaken.

Tante (Kabaal om een varkensleren koffer)
Zonder naam, maar wel een échte tante. Woont in Bilthoven. Geobsedeerd door vitamines. Zegt tegen Arie en Jan: 'Je krijgt een voedzame sla en een glas warme melk en dan naar bed.' Het is dat de jongens een portefeuille met geld moeten ophalen, anders zouden ze haar mijden als de pest. Jan: 'Liever acht verhoren door de politie dan...'

Vitella, Vera (Vreemd krakeel in Califomië)
'Ik ben geen mevrouw,' zei ze. 'En ik hoop het nimmer te worden ook.' Ongetwijfeld de meest ontzag inboezemende vrouwspersoon in de hele Bob Evers-serie. Heeft lang blond haar tot op haar schouders en vuurschietende ogen. Onvrouwelijk taalgebruik. Zegt op cynische toon tegen Arie, die een van z'n grapjes op haar loslaat: 'Een roodharige, met sproeten versierde, met spek gestoffeerde grapjas. En vertel jij me eens, siersproet, wie waren die drie bavianen die denken dat ze met een vrouw kunnen omgaan of ze een baaltje kievitsbonen is?' Van beroep slangendanseres. Danst met ratelslangen in nachtclubs overal in de Verenigde Staten. Bewaart haar slangen in een mandje onder haar bed. Heeft een kamer in het Roadhouse Valleyglade, waar de avond van het avontuur een gigantische 'gooi- en smijtfilm' ontstaat.

© 1995 Hans en Ton Kleppe, Jacoba van Heemskerckstraat 7, 3351 SP Papendrecht

Naar de inhoudsopgave van deze nieuwsbrief
Naar de rubriek "de Bob Evers-nieuwsbrief" (algemene informatie)
Naar de homepage