Nieuwsbrief 6  © juli 1995 - 3e jaargang nr. 2 

De Schrijver Zelf

Natuurlijk zijn er mannen van middelbare leeftijd onder ons, die hun klassieken niet kennen of anderszins een ongelukkige jeugd hadden. In het algemeen gesproken kan dit toegeschreven ivorden aan het verzuim van de ouders om, op het juiste moment en in de juiste dosering, de boeken uit de Bob Evers serie ter beschikking van de adolescent te stellen. De door deze omissie bereikte beparing van fl. 4,50 per ingebonden deel staat in geen verhouding tot het blijvende gebrek in de literaire opvoeding van de jeugdige ongeletterde.
In mijn geval geschiedde de kennismaking met het illustere drietal buiten de intentie van mijn ouders om: Van der Heide kwarn begin jaren zestig regelmatig bij ons over de vloer, niet zozeer omdat mijn literaire scholing hem ter harte ging, danwel omdat hij nogal gecharmeerd was van mijn moeder - een eer die zij ongetwijfeld met velen deelde.

Nadat hij bij zijn eerste bezoek bemerkt had, dat zich in de nabijheid van het jachtobject een elfjarige bemoeial ophield, trachtte hij zijn pad te effenen door het uitreiken van geschenken - een tactiek zo oud als de mensheid. Deze werkwijze had succes: Na lezing van het eerste boek (Wilde Sport) trachtte ik mijn moeder tot meer frequente uitnodigingen te bewegen, waarbij ik met moeite een bestelling voor de door mij gewenste titels inslikte. Natuurlijk was de prijs van vier-en-een-halve gulden voor een ingebonden boek ook in die tijd niet hoog, maar toch nog altijd zo'n twee maanden zakgeld - zo breed hadden we het niet.

Mijn herinneringen aan de Schrijver Zelf, zoals hij bescheiden zijn boeken signeerde, bestaan hoofdzakelijk uit een studentikoos type, een woeste snor en tamelijk onbetekenende praatjes, die vooral over hemzelf gingen. Ik vond dat echter geen enkel bezwaar: hij had iets bruisends over zich dat je op die Ieeftijd zelden nog tegenkomt.

Meer stoorde mij zijn vergectachtigheid: Behalve dat hij bij sommige bezoeken tot mijn grote teleurstelling geen boeken meebracht bestond hij het eens rnij tot tranen te brengen door een geschonken boek terug te vorderen als ware het slechts geleend. Ouderlijke bemiddeling redde mijn gekoesterde Vreemd Gespuis.

In de schaarse gesprekken over zijn boeken die hij mij toestond beging ik de domheid hem triomfantelijk op enige onjuistheden in zijn Opus Magnum te wijzen - hij was niet iemand die kritiek van een onderdeurtje met een brede glimlach aanvaardde en ik vreesde reeds mijn bron te hebben doen opdrogen. Wel sprak hij zijn zorgen uit over het steeds ouder worden van de drie vrienden. Ze deden inmiddels al eindexamen, en wat moest hij daarna? Mijn suggestie om ze eenvoudigweg niet ouder te laten worden - zie Donald Duck, welke jongen maalt daarom - werd met een verachtelijk zwijgen afgedaan.

Behalve voor geestelijk voedsel zorgde de Schrijver ook voor meer wereldse zaken: Enkele malen bracht hij een krat Coca Cola mee - dat was me wat! Bij ons thuis werd op zijn hoogst ranja gedronken. Cola en Sinas waren ongekende luxes die slechts in restaurants en bij verrnogende vrienden op tafel kwamen. En dan plots zo'n prachtige, geelhouten krat vol met buikflesjes. Het kon niet op. Ik mocht zelfs het statiegeld innen, het was werkelijk niet te geloven. Pas jaren later, toen ik in de paperback-uitgaven opeens London Tonic tegenkwam, begreep ik hoe hij aan al die Cola kwam en waarom in de verhalen in de meest onzinnige situaties plotseling merknamen opdoken.

Uiteindelijk bezorgde hij rnij een tiental boeken, waarvan een aantal met ruime pen ggesigneerd. Pogingen om het restant bij de Openbare Bibliotheek te lenen mislukten - de bibliothecaris liet weten de boeken te slecht geschreven te vinden om in zijn collectie op te nemen. Tevergeefs wees ik hem op werken als Arendsoog, De Vijf en Biggles, die mijns inziens veel slechter waren en lang niet zo leuk, maar hij was niet te vermurwen.

Tenslotte kreeg ik de serie pas in mijn studententijd, met de pockets, compleet. Hoewel je er bij iedere herlezing op latere leeftijd steeds meer fouten en onwaarschijnlijkheden in ontdekt, blijven de boeken een heerlijk tijdverdrijf en nodigen uit tot hardop lachen - iets dat me verder eigenlijk alleen bij Adriaan en Olivier en sommige werkenvan Bomans overkomt.

Gert Huber

© 1995 Hans en Ton Kleppe, Jacoba van Heemskerckstraat 7, 3351 SP Papendrecht

Naar de inhoudsopgave van deze nieuwsbrief
Naar de rubriek "de Bob Evers-nieuwsbrief" (algemene informatie)
Naar de homepage