Nieuwsbrief 9  © januari 1997 - 5e jaargang nr. 1 

Henk Bergman's column
VECHTEN OP ZN EVERS

Ik was vroeger geen vechtersbaasje, maar natuurlijk heb ik in mijn jongensjaren wel eens deelgenomen aan een flink partijtje matten. Toch ben ik nooit verzeild geraakt in een vechtpartij van het kaliber waar de heren Roos, Prins en Evers het patent op schijnen te hebben. Zo'n worstelpartij die tamelijk onschuldig begint, maar binnen de kortste keren ontaardt in een geweldig gooi- en smijtspektakel.

Toen ik onlangs eens probeerde mij de beste van al die gevechten voor de geest te halen kwam ik spontaan tot het volgende lijstje: Arie en Bob in het Chinese restaurant in Wilde sport om een nummerbord; met z'n drieën op de vrachtwagen tegen Hennie Schol in Een klopjacht op een kapitein; Bob in een wasserijwagen op Hawäi in Heibel in Honoloeloe en het zeer langdurige gevecht met Jerry Miller in het huis van Kresse in Bombarie om een bunker.

Toen ik vervolgens deze scènes achter elkaar (her)las, vond ik m'n spontane lijstje eigenlijk zo gek nog niet. Het gerotzooi in het huis van Kresse is prachtig, maar wel wat aan de lange kant en van de andere drie vechtpartijen heeft met name die in het Chinese restaurant alles wat een Evers-vechtpartij opwindend maakt: snelheid, slapstick en onverwachte complicaties. Het is ook een echte ouderwetse knokpartij, in de zin dat vuurwapens een ondergeschikte rol spelen. 'Mogen we niet eerst afeten?', vraagt Hubary nog onverschrokken als hij, Arie en Bob bedreigd worden door de bandieten Rossi en Joe. Om begrijpelijke redenen wordt dat niet toegestaan. Het eigenlijke gevecht begint op zo'n typische Arie-manier: hij moet tweemaal niezen, dat leidt af en dat moment gebruikt hij om zijn bord (met daarop natuurlijk een enorme porti dampende bami) in het gezicht van Rossi te gooien. Die is daardoor maar deels uitgeschakeld en slaat direct fors terug met een welgemikte stoot op de kaak van Hubary. Dit gerotzooi gaat nog een paar bladzijden door en als het daarmee afgelopen zou zijn was de vechtpartij al goed geweest voor een eervolle vermelding.

Maar dan volgt weer zo'n kleine genialiteit van Van der Heide: hij laat een derde partij de arena betreden. De drie Chinezen van het restaurant hebben uiteraard niets van doen met de zaak waarom het allemaal draait: de gestolen juwelen van bankier Praed, maar het gevecht krijgt een nieuwe dimensie als een van hen met een koekepan gaat meppen. En Van der Heide's brille gaat nog verder. Hij voert de Chinezen niet alleen op omdat ze - logisch - hun eigendommen willen beschermen, maar er is ook nog iets met ze aan de hand. Ze hebben die middag met z'n drieën een tweedehands auto gekocht voor negenhonderd dollar. Na de koop is echter gebleken dat één van de drie een dag eerder naar de verkoper is gegaan met de vraag of hij tien procent kan verdienen als hij een klant aanbrengt. Dat is hem beloofd. De drie Chinezen zijn door het zakelijk dispuut dat ze al de hele middag hebben gevoerd over de afwikkeling van deze affaire juist genoeg (over)verhit geraakt om een knokpartijtje met vreugde te verwelkomen. En dus kan het gevecht zich met verhevigde kracht voortzetten.

Ik kreeg zin om een robbertje mee te vechten.

© 1997 Hans en Ton Kleppe, Jacoba van Heemskerckstraat 7, 3351 SP Papendrecht

Naar de inhoudsopgave van deze nieuwsbrief
Naar de rubriek "de Bob Evers-nieuwsbrief" (algemene informatie)
Naar de homepage