Nieuwsbrief 12  © juli 1998 - 6e jaargang nr. 2 

'Tempus fugit',
of hoe een parachutistengeneraal in een voetbalelftal veranderde
door Henk Beentje 

Mijn eerste was 'een motorboot', geleend (tegen betaling) van de bieb in een achterkamertje van de boekhandel. En het probleem was dat ze maar een paar delen hadden; een ver neefje had er meer, zodat ik daar graag logeerde. Maar vaak las je het middelste deel uit een driedelig verhaal, en het kon jaren duren voor je kop en staart erbij kon lezen. Het waren harde jaren, mijn jeugd.

Maar nu ik oud ben heb ik de schade ruim ingehaald. Nog niet alle harde kaften pronken op de plank; dat is wat lastig, in Engeland. Maar het gaf me toch lol om een kleine vergelijkende studie uit te voeren: dat begon op de 'Roos van Dekama' (in 'kunstgrepen') waar de parachutisten-generaal Massu in de harde kaft verandert in het voetbalelftal van Ajax in de pocketuitgave. Kijk, dat is nu aardig. Het vlieden van de tijd in een notedop. Dus ben ik bij het begin begonnen: deel een, 'een overval in de lucht'. Niet deel vier: deel een. De harde kaften zijn de echte. En ik heb de eerste drie harde kaften (Stenvert, Meppel, ca. 1950) vergeleken met de pocketjes die ik begin jaren zeventig erbij kocht, dus dat zijn die van De Eekhoorn, Apeldoorn, van eind jaren zestig. Ik ben benieuwd of in latere uitgaven meer modernismen zijn aangebracht!

Behalve de hoofdletters (Augustus, Zaterdag) en jiu-jitsu (van Lois) wordt judo (II: 78). En dan heb je natuurlijk de reclames. Zo verandert 'onverstoorbaar pinda's etend' (I:5) in vier regels over de Encyclopedia Britannica. Dezelfde encyclopedie duikt in de pockets nog zes keer op; in 'sensatie' is twee keer een hele bladzij ingevoegd over het Engelse Poste Restante systeem. Maar London Tonic spant de kroon: ik telde, als ware ik Jan zelve, 18 tonics. Nu eens in plaats van de Coca-cola van de harde kaften, maar ook in plaats van water, spuitwater, soda, ijs, rijnwijn en zelfs jam.

Maar de leukste zijn die van het tijdsgewricht. In de goeie ouwe tijd was er nog een man bij de ingang van Schiphol, die je vertrektijden kon vragen; tienduizend pond was nog honderdduizend gulden; en je betaalde je enkeltje Alkmaar-Amsterdam nog met een (blauw) rijksdaalderbiljet. Mrs. Fentwick roept zo hard tegen de Engelse consul, dat zowel Barnett als de secretaresse haar horen 'door het klirren van de trilplaat'. Heerlijk vind ik dat. Dat gebeurt in mijn beide versies. Maar er verandert ook het nodige: de biljetten van een gulden (III: 25) worden zilveren guldens; grondpersoneel op Schiphol draagt in de jaren vijftig witte rubberjassen, maar eind jaren zestig gekleurde, plastic jassen. Nog even op Schiphol blijvend, gaat de pepsodent-glimlach van 'het lieve, blonde kind' over in een televisieglimlach van de 'lieve, blonde typiste'. Een klerk wordt een boekingsman en een bediende een administrateur.

Het persoonlijke gaat er een beetje uit: de Sabena Constellation uit Brussel wordt Sabena vlucht 1362 uit Brussel; een Vliegende Hollander een wrakke skelter; een stamkaart van een neef van een oom in Indië, wordt een paspoort van een neefje uit Alkmaar (II: 154). Spitfires veranderen in trainingsjagers, Sax Rohmer in een stripverhaal, tante Ginny's boek 'zij stond alleen' in 'Egypt, land of mystery'. En het nummer van de auto die de kolonel achterna zit: 'GZ-98543' zei Prins, wordt 'kan ik dromen' zei Prins. In de harde kaft fluit Jan het signaal 'opgelet' (I: 17), maar in de pocket wisselen Jan en Arie een snelle blik. Bob's gezicht zag er uit (in de jacht, II: 42) als een kruising van de tronies van Wallace Beery, George Raft en Mickey Rooney; de laatste blijft overeind, maar de eerste twee gaan over in Frank Sinatra en de Flintstones. De two-seater van Jeffries wordt een Austin, wat tot gevolg heeft dat Arie niet meer in de dickey-seat klimt, maar op de achterbank. Dat is jammer, het eerste beeld is toch veel mooier? Ik zie het arme autootje bijna achterover kiepen.

En dan heb je nog restantjes oorlog: (in België) 'waren duizendmaal meer dingen te koop dan in Holland' (II: 90) wordt een wat moeizaam 'kon je, in grote warenhuizen, snel en handig winkelen'. En in 'sensatie' proberen Bob en Jan melk en chocola te kopen, 'maar eenvoudig was dat niet, want in Engeland was alles op de bon' - in de pocket van '68 is dit eruit geknipt.

De karren in de Amsterdamse straten veranderen in bussen, of trams (II: 94, 148), en een kar met paard wordt een vrouw met twee kleine kinderen. In het Alkmaar van 1950 betaalt Arie een kwartje voor een glas bier; dat worden er twee in de pocket van 1968. En, last but not least, in III: 92, verfrommelt Bob een kauwgompapiertje - dat doet-ie later niet meer, in Honoloeloe. Tempus fugit, toch?

Henk Beentje - Middlesex Engeland

© 1998 Hans en Ton Kleppe, Jacoba van Heemskerckstraat 7, 3351 SP Papendrecht

Naar de inhoudsopgave van deze nieuwsbrief
Naar de rubriek "de Bob Evers-nieuwsbrief" (algemene informatie)
Naar de homepage
>