Nieuwsbrief 14 | juli 1999 - 7e jaargang nr. 2 |
Henk Bergman's column
Kaageiland
Mijn vrouw was al tijden lid van een club. Ze bezocht
trouw alle bijeenkomsten en leerde zo veel andere vrouwen kennen (hoewel
de club niet exclusief voor vrouwen was). Op een keer deed ze me verslag
van zo'n avondlijk samenzijn en liet daarbij de naam Ankie Schilperoort
vallen. Meteen was ik attent. Of ze eens wilde vragen of dat misschien
de vrouw van Peter Schilperoort was. Ze bleek het te zijn. En ja, natuurlijk
had ze Willy van der Heide gekend, zij het vooral als Willem Waterman.
Ik was van harte welkom. Op zolder stond een aantal zaken dat mij
zeker zou interesseren.
Op een zondag in mei maak ik de oversteek naar het
Kaageiland. Ik ben er bijna 37 jaar niet geweest. In de zomer van 1962
vertoefde ik twee weken op de plaatselijke zeilschooi. Daarvan herinner
ik me nog veel en één ding in het bijzonder: hoe ik op een
middag in de boot ergens midden op de plas op het draagbare radiootje van
de zeilinstructeur de nieuwslezer de mysterieuze dood van Marylin Monroe
hoorde meedelen.
Ik ben te vroeg voor de afspraak en maak daarom
eerst een ronde over het eiland. De Paddestoelen zie ik zo gauw niet; natuurlijk
heb ik de vorige dag wel de betreffende passage in Een motorboot voor een
drijvend flesje nog even herlezen. Tante Kee blijkt van een pannekoekenhuis
te zijn omgetoverd in een duur restaurant. 't Kompas is er nog, maar de
Bontekoe heeft plaatsgemaakt voor nieuwe huizen.
Een half uur later zit ik bij Ankie Schilperoort
op zolder. Mijn oog valt direct op de serie Bob Evers-exemplaren met vrijwel
geheel gave stofomslagen. Ik watertand. Bij telling blijken het er 22 te
zijn. De exemplaren die ik zelf nooit heb kunnen bemachtigen staan ook
hier niet: Lotgevallen rond een locomotief en Cnall-effecten in Casablanca.
Ik grijp naar Stampij om een schuiftrompet, het deel waarin de virtuoze
klarinettist aan wie deze zolder toebehoorde (hij overleed in 1990) zo
nadrukkelijk aanwezig is. Er staat een opdracht in: 'dit exemplaar is speciaal
opgedragen aan Peter Schilperoort (rattenvanger met fluit) om redenen die
uit dit boek duidelijk genoeg spreken.' De datum is een'eeuwigheid terug:
26 Mei 1959 (de namen van de maanden werden toen nog met een hoofdletter
geschreven). Ook flink wat andere delen bevatten een opdracht, maar dan
een korte: 'dit exemplaar is opgedragen aan Peter Schilperoort' of kleine
varianten daarop.
Naast de gebonden Bob Evers-titels staan een flink
aantal pocketuitgaven, een stapeltje Bob Evers Nieuwsbrieven en drie boeken
van Willem Waterman: Amerika filmt, Wie zei dat je in dezen tijd niet kon
lachen? en De smokkelvaart van de MAIA. Uit het laatste boek steken
twee brieven, en omdat Ankie me toestemming heeft gegeven om alles te bekijken
wat ik wil, lees ik ze zonder géne. De eerste is er een van 8 februari
1973 en opent als volgt: 'Genie, Ingesloten een exemplaar van het zopas
verschenen boekwerkje DE SMOKKELVAART VAN DE MAIA, verlucht met enkele
foto's, waarop jouw mombakkes prijkt.' Even verderop volgt een bekentenis:
'ik heb enige geschiedvervalsing móéten toepassen.' De brief
is geschreven op papier met als briefhoofd W.H.M. van den Hout, Prae-adviseur
voor psychiatrie.
De tweede brief dateert van 11 mei 1977. Boven aan
staat in sierlijke letters: Joke Raviera; daaronder prijkt haar portret.
'Waarde Schilperoort', zo schrijft Willem Waterman, 'Bijgaand een exemplaar
van de Roof der Sabijnse Maagden. Is dit geen prachtuitgave? O ja. Ik ben
zelf óók Joke Raviera. Dat is de juffrouw die (zogenaamd)
de sexbrieven beantwoordt in CANDY. Heerlijk gevoel om ook Joke Raviera
te zijn. Maar als Sylvia Sillevis had ik al enige mentale training in die
richting.' De brief besluit als volgt: 'wil je me eens opbellen voor een
ouderwetse kletsavond? Meest hartelijke groeten aan je moedige vrouw
(de wijven die ons trouwen verdienen een apart soort decoratie). Beste
wensen en groeten voor een lang en lallend leven,'
Kan het Watermanser?
PS. Na de zolderexpeditie nam Ankie me mee naar het huisje waar hij een groot deel van de Bob Evers-titels schreef. Indertijd hing aan elke tak van de enige boom in de tuin een lege jeneverfles. Ook had hij een aantal rode lichtjes opgehangen en als die brandden mocht je niet aanbellen want dan had hij damesbezoek. Daarna ook de Paddestoelen bezocht. De 'echte' is de zesde van rechts aan de achterkant. Ik zie de scène voor me.
© 1999 Hans en Ton Kleppe, Jacoba van Heemskerckstraat 7, 3351 SP Papendrecht
Naar de inhoudsopgave van deze nieuwsbrief Naar de rubriek "de Bob Evers-nieuwsbrief" (algemene informatie) Naar de homepage |