Nieuwsbrief 18 | © | juli 2001 - 9e jaargang nr. 2 |
Een van de leuke aspecten van de Bob Evers boeken is dat er zoveel alledaagse zaken, dat wil zeggen alledaags in de vijftiger jaren, in worden beschreven. Dit geldt met name voor de in Nederland en naaste omgeving spelende delen, die ik mede daarom ook extra waardeer. Zelf opgegroeid in die tijd, is het tot je nemen van de beschrijvingen van de locaties steeds weer een aanleiding tot nostalgische gedachten.
Enige tijd geleden stapte ik voor het eerst sinds jaren weer eens uit op het Haagsche Hollands Spoor station, en zocht werktuiglijk naar het Terminus hotel, dat aan de overzijde van de straat stond maar al jaren geleden plaats maakte voor futuristische woningbouw. Daar bracht ik in 1959 mijn allereerste nacht in een hotel door, een belevenis in die tijd, om de volgende ochtend de vroege trein naar Zwitserland te kunnen halen. Hoewel ik sindsdien vaker in hotels slaap dan me lief is, was dit de eerste en de laatste keer dat ik mijn schoenen buiten de kamer kon zetten om gepoetst te worden. Die gedachte bracht me, uiteraard via het Tumult, naar de vele contemporaine beschrijvingen uit de BE-serie, beschrijvingen van zaken waarvan er vele verdwenen, maar gelukkig ook vele bewaard of gebleven zijn.
Het was een tijd waarin je, zoals mijn moeder praktiseerde, de ramen op de begane grond's nachts nog open kon laten staan, lucht voor het snorrende Salamandertje. In haar geval kwam daar een schaterlachende Waterman doorheen, meer dan een tikje après boire, die trachtte haar de middernachtelijke humor te doen inzien van het feit dat hij zojuist tegen een stoomwals was aangereden - maar dit terzijde.
Tot de verdwenen zaken denken we bij een station al gauw aan de eerste-
en tweedeklas wachtkamers, niet te vergelijken met de huidige schaftketen
waar je alleen op de trein of bus wacht. In de wachtkamers zaten veel lieden
die in het geheel niet van plan waren zich per openbaar vervoer te verplaatsen,
maar eenvoudig om een of andere reden behoefte hadden aan onderdak en een
kop koffie of een borrel. De zelfde rustige sfeer ademt de opmerking van
Lalonde op Schiphol: "Ze hebben warempel een bus!". Niks slurven, zalige
tijden waarin je nog gewoon over het platform naar het stationsgebouw kon
lopen, zoals dat nu nog op de kleinere vliegvelden gaat.
Vlakbij het station staat gelukkig nog wel het Wachtje, of Paviljoen,
dat samen figureerde met het heerlijk ouderwetse, maar door Zwolsman "afgestoten",
gebouw van Kunsten en Zemelappen, zoals de Haagsche jeugd dit bij de verplichte
schooltoneelvoorstellingen wat melig betitelde. Vergane glorie in de meest
letterlijke betekenis.
Tot de kleinere, maar niet minder dierbare, verdwenen instituten behoort dat van de oranjegekopte kilometerpaal waarin Arie vreesde te veranderen. Inderdaad stonden deze nuttige steenklompen, van geheimzinnige inscripties voorzien, op regelmatige afstanden langs de rijkswegen, buitengewoon slijtvast en voorbestemd tot het eeuwige leven, dachten we. Ik heb eens zo'n ding als verjaardagscadeau aan een vriend ten geschenke gegeven, en ik kan u verzekeren dat het uitgraven een heidense klus was en het sjouwen loodzwaar. Bij die bezigheid viel de steenklomp op mijn teen, hetgeen door de alcoholgraad minder pijn deed dan je zou verwachten, maar mijn bloedige voetstappen stonden later op de berber in de woonkamer van de ouders van het feestvarken. 's Vriends vader heeft van het terugbrengen nog een hernia overgehouden en is er nooit meer helemaal bovenop gekomen, en ik was nadien niet meer welkom in dat huis.
Enkele van de in de boeken beschreven wegen zijn nog zeergoed herkenbaar: Bijvoorbeeld de weg van Hilversum naar Utrecht. Eens een hoofdweg, die je dwars door fort Blauwkapel in de Utrechtse gribus stortte, ligt hij nu gezapig vlak naast de nieuwe snelweg te genieten van zijn oude dag. De overheid heeft hem in haar onfeilbare wijsheid voorzien van allerlei verkeersremmende maatregelen, en de bebouwing is met name bij Hollandsche Rading en Maartensdijk/Groenekan enorm toegenomen, maar je kunt de route nog helemaal rijden en dat doet deugd. De tol was na de oorlog al verdwenen.
Juist in het licht van de vele veranderingen in het dagelijks leven tussen de jaren vijftig en nu, valt het op hoe de verhalen en de stijl van de auteur nauwelijks gedateerd aandoen, hoewel de "scenery" dat wel is. Dit vakwerk is op deze manier ons dagelijks brood, zowel voor de huidige jeugd van twaalf jaar en ouder als voor degenen onder ons die het bos al weer uitlopen.
© 2001 Hans en Ton Kleppe, Jacoba van Heemskerckstraat 7, 3351 SP Papendrecht
Naar de inhoudsopgave van deze nieuwsbrief Naar de rubriek "de Bob Evers-nieuwsbrief" (algemene informatie) Naar de homepage |