Nieuwsbrief 19  © januari 2002 - 10e jaargang nr. 1 

De heilige Hermandad

door Gert Huber

Een beroepsgroep die in de Bob Evers serie wel uiterst schilderachtig uit de verf komt, is die van de sterke arm - politiemensen van velerlei pluimage, doorgaans uit degelijk, knoestig ambtenarenhout gesneden. Waar veel van de couleur locale uit de vijftiger jaren in de boeken voor mij goed herkenbaar is, lijken de meeste impressies van de klabakken een meer dan realistische dienstijver te tonen.

In de tijd waarin de boeken spelen was de prinsemarij heel wat zichtbaarder in het Madrid dan nu. Zo werd van mij als zevenjarig jongetje een voetbal in beslag genomen omdat wij in het plantsoen Eddy Pieters Graafland imiteerden, en dat gaf natuurlijk geen pas - in die tijd hoorde je op straat te voetballen. Ik zie de dienstklopper nog worstelen om de bal onder zijn kruiselings gespannen snelbinders op de bagagedrager van zijn dienstfiets te fixeren - iedereen die dat wel eens geprobeerd heeft weet dat zoiets niet meevalt.

Maar zelfs toen was de kans dat je midden in de nacht in Lisse, in de mist, een diender tegenkwam uiterst gering. De leden van deze nuttige bevolkingsgroep brachten de nacht ook liever bij moeder de vrouw door, terwijl Lisse, behalve misschien enige frauderende bollenkwekers, weinig criminaliteit kende.

Controle op de kampeervergunning, zoals de jongens overkwam, was er nog wel. Ook voor het plassen van een sheltertje op het strand had je zo'n kartonnetje nodig, dat aan de tent bevestigd diende te worden. Bij slecht weer speelde ik daarin met mijn vriendjes (een tent is vooral leuk bij rep&, en ja hoor, een eenzaam kuierende tuut of juut, met de handen op de rug, kwam door wind en buien onze vergunning controleren en keek en passant even in de tent, kennelijk om te zien of er daar geen doktertje gespeeld werd.

De mooiste representant van de handhavende macht is natuurlijk de veelbesproken wachtmeester Van Praay, die door zijn optreden in Kruiningen een hoogtepunt in de serie markeert. Maar we mogen gerust betwijfelen of deze Bromsnor werkelijk's nachts door de klei ging pionieren om een varkensdiefstal op te lossen, laat staan schieten op iemand die slechts geschrokken wegloopt. Of het praktisch is een eiland van een politieafzetting te voorzien terwijl je beschikt over de identiteit en woonplaats van de gezochten is ook nog maar de vraag, maar over een justitiële nasleep voor de met naam en toenaam bekende reder Roos worden wij niet nader ingelicht.

Minder intelligente wouten vinden we in de koddebeiers die bekeuringen uitdelen voor parkeren op een fietspad, of zich per telefoon in de luren laten leggen door een verwijzing naar het ophouden van hun macht buiten de gemeentegrenzen. De waarschijnlijkheid bereikt dieptepunten waar de politie aan drie bengels vraagt hun te helpen. De politie is je beste vriend, jawel, maar burgers inzetten voor hun taken deden ze echt niet.

Zodra de buitenlandse evenknieën van onze smerissen in beeld komen wordt het beeld karikaturaal, zoals de Belgische pandoers in het caravan-gebeuren en de platenminnende Zuid-Amerikaan, of ronduit absurd als de FBI voorgesteld wordt als een organisatie die schooljongens ronselt om, buiten medeweten van de ouders, gevaarlijke boeven te gaan vangen. Nu hoeft een jongensboek natuurlijk niet helemaal realistisch te zijn, maar hier maakt Van der Heide het toch wel erg bont; dit maakt de betrokken delen voor mij in ieder geval minder sterk.

Gezien het beeld dat de schrijver van de politie schetst, zou ik me kunnen voorstellen, dat een ontmoeting van Van der Heide met een glimmerik in functie best de moeite waard zou zijn om mee te maken; het was iemand waar het gezag maar moeilijk vat op kon krijgen. Het is jammer dat dit er niet meer in zit, maar de beschrijvingen van de in de boeken optredende dienders maken veel goed.

© 2002 Hans en Ton Kleppe, Jacoba van Heemskerckstraat 7, 3351 SP Papendrecht
 

Naar de inhoudsopgave van deze nieuwsbrief
Naar de rubriek "de Bob Evers-nieuwsbrief" (algemene informatie)
Naar de homepage