Nieuwsbrief 19 | © | januari 2002 - 10e jaargang nr. 1 |
Fraaie scène: de Duitser die in de trein naar Amsterdam ontdekt dat Bob een trombone bij zich heeft. Mensch, gib her das Ding. Het tafereel is natuurlijk afkomstig uit Stampij om een schuiftrompet, het deel waaruit ik ook leerde (en nooit meer zal vergeten) dat een trombone in het Duits eine Posaune is. DSC-lid Wim Kolstee heeft zo'n instrument in een koffer voor 'een nogal klein Fransmannetje in een keurig pak' in de trein mee naar Nederland genomen - en dat is het begin van een serie onvervalste Evers--verwikkelingen. Motor van het verhaal is muziek, maar wel muziek die jongeren van vandaag helemaal niet kennen: Dixieland. Het was het soort geblaas en getoeter (dit is niet oneerbiedig bedoeld) waarnaar je als jongetje in de jaren vijftig kon luisteren zonder je ouders de stuipen op het lijf te jagen. Beschaafd, maar toch niet sloom en gespeeld door keurige orkestjes in een bezetting van klarinet (soms tenorsax), trompet, trombone, bas, gitaar of banjo, drums en piano. Als je ouders niet al te suf waren en alleen maar naar klassieke muziek wilden luisteren, konden ze dit soort jazz nog wel waarderen. Van der Heide was een liefhebber, weten we, en dat verklaart het flinke aantal dixielandorkesten dat in de serie voorkomt (met het DSC natuurlijk als onbetwiste koploper).
Met de komst van de rock 'n roll en weer later van de beat werd muziek een onderdeel van de oplaaiende strijd tussen de generaties. Eerst was er de rock'n roll. Bill Haley, Buddy Holly, Gene Vincent, Jerry Lee Lewis, Lloyd Price, Chuck Berry, Little Richard, Elvis Presley. Mijn vader verbood me naar dit soort in zijn oren aapachtig gekrijs te luisteren (van kijken was geen sprake, want we hadden nog geen tv). De oudere generatie vond het barbaars en verschrikkelijk. Ikzelf kan me overigens niet herinneren dat de rock n roll me als twaalfjarig jongetje veel deed; mijn passie voor dit soort muziek dateert pas van jaren later. Hooguit was ik geboeid door een afgeleid verschijnsel: de rock 'n roll-kousen die meisjes gingen dragen.
En onze drie vrienden? Ook aan hen lijkt deze muzikale revolutie (inclusief rock 'n roll-kousen) vrijwel geheel voorbij te gaan. In de hele serie komen maar twee verwijzingen naar Bill Haley en drie naar Elvis Presley voor.* Die naar Bill Haley staan zowel in de gebonden uitgaven als in de pocketedities. De eerste is te vinden op pag. 29 vanTrammelant op Trinidad (gebonden uitgave). Als Bob zich (ondanks de waarschuwingen vn de taxichauffeur en de fijnzinnige mededeling van VdH dat hij zich in een buurt bevond 'die eruit zag of die voor het grootste deel werd bewoond door gediplomeerde halsafsnijders') naar de bar Coquillo begeeft hoort hij flarden van Shake, Rattle and Roll. De tweede verwijzing staat op pag. 113 van Vreemd gespuis in een warenhuis (geb.). Als Arie in de jacht op de Praed-juwelen een huis binnengaat waar een verjaardagsfeestje gaande is, bevindt hij zich opeens 'temidden van de feestelijke klanken van de muziek van Bill Haley, waarop een heel stel jongens en meisjes stonden te Rock and Rollen' (met hoofdletters). Van de drie verwijzingen naar Elvis Presley in de gebonden uitgaven zijn er twee ook in de pocketedities te vinden.
Toen in 1963 de beatmuziek aan een onweerstaanbare opmars begon, was ik zestien. De wonderbaarlijke opkomst van de Beatles, de Stones en al die andere Engelse groepen (over de iets latere hausse aan Amerikaanse groepen heb ik het dan nog maar niet) heb ik heel intensief beleefd. Ik luisterde onafgebroken naar de piratenstations, kocht muziekbladen, hield hitparades bij, was aanwezig bij de Beaties in Blokker (hun enige live-optreden in Nederland!), schreef over beatmuziek in een plaatselijk krantje en schopte het uiteindelijk tot poprecensent bij Het Parool. In de serie is echter weinig van al dat muzikale oproer terug te vinden. Voor de gebonden uitgaven is dat geen verrassing: de laatste daarvan verscheen (als ik het goed heb) in 1963. Maar ook de pocketedities (althans de delen 1 t/m 32) bevatten slechts twee, nogal slappe, verwijzingen naar de Beatles. Net als de rock 'n roll beroert ook de hele beatcultus onze vrienden niet.
Ik herinner me dat ik in die tijd mensen vaak beoordeelde op hun kennis van popmuziek. Je weet niet wie de drummer van de Kinks is? Je hebt nog nooit gehoord van de Pretty Things? Jammer, maar dan kunnen wij geen zakendoen. Ook Jan, Bob en Arie vertonen alle kenmerken van popmuzikale onbenullen, maar die heb ik het nooit aangerekend. Waarom niet? Gewoon, ze hebben bij mij een streepje voor. Wat zeg ik: een hele lijn.
* Met dank aan Roger Schenk
© 2002 Hans en Ton Kleppe,
Jacoba van Heemskerckstraat 7, 3351 SP Papendrecht
Naar de inhoudsopgave van deze nieuwsbrief Naar de rubriek "de Bob Evers-nieuwsbrief" (algemene informatie) Naar de homepage |