Het feit op een deftige kostschool gezeten te hebben, is nog geen garantie voor een geslaagd leven. Ook al bevond die school zich in Zundert, Brabant’s beroemdste plaatsje, waar Vincent van Gogh geboren werd.
Wie ooit een blik geworpen heeft op de talloze brieven die hij schreef aan zijn broer Theo, beseft nog beter wat voor genie daar het daglicht aanschouwde.
Net als hij, ben ook ik in Frankrijk terecht gekomen.
Net als hij, ben ook ik een ram.
Net als hij, hou ook ik van het licht van de Provence.
Maar ook de luchten boven Nederland laten mij niet onberoerd..
Na het meisjespenionaat in Engelen – waar de nonnen ook al geen engelen waren – nu dus Zundert.
Wat ik er vooral leerde, waren uitstekende tafelmanieren, perfect m’n bed opmaken (comme on fait son lit, on se couche), goed Frans spreken en aardbeien pikken bij de daar wonende boeren.
Ook vierde ik er het eeuwfeest van het meisjespensionaat Ste Anna mee.
Een lange toespraak moest ik er houden: « Il y a un siècle aujourd’hui que vos devancières et vous travaillez dans la paroisse de Zundèrt, très révérende Mère Vincentia, Révérende Sœur Supérieure. Cent ans que vous édifiez les habitants de ce beau et florissant village ». Volgden twee pagina’s tekst, over hoe ondankbaar wij meisjes vaak waren.
Opnieuw de nonnen dus. Ditmaal door toedoen van een boze stief. En dankzij mijn idiote broer.
Daar zat ik dan.
Zondagochtend, 7 december 1941 brachten we al biddend op de knieën door. Niet omdat de Amerikaanse vloot in de Stille Zuidzee door Japanse vliegtuigen vrijwel vernietigd was, waardoor Amerika meegesleept werd in de Tweede Wereldoorlog, maar omdat het zondag was.
Zondag in Zundert.
Daarom moesten we bidden, want de werkelijkheid van de boze wereld speelde zich voor ons ver buiten de muren van de kostschool af.
Pearl Harbor bestond gewoon niet.
Een levenslustig meisje van veertien kun je echter wel een donker uniform en een paar zwarte kousen aantrekken, je kunt natuurlijk geen beschouwelijke levenshouding van haar verwachten.
Een kind wil leven!
Eigenlijk is een katholiek meisjespensionaat niet veel anders dan een soort veredelde huishoudschool. Naast het studiepakket dan.
Echter, wat je er bijvoorbeeld juist niet leerde was van handwerken te houden, van koken te houden, van de kerk te houden. Veel mensen hebben baat bij een kerk. Maar God voorstellen als een boeman, zoals veelal gebeurt, vind ik een kwalijk iets, wat bij heel wat kinderen onnodige frustratie’s veroorzaakt.
Maar ze waren niet echt onaardig, de nonnen.
Ze weten immers ook niet beter.
Zo kent de Katholieke Kerk bijvoorbeeld de volgende Zeven Zonden:
- Hoogmoed
- Afgunst
- Gierigheid
- Ontucht
- Zinnelijkheid
- Toorn
- Luiheid
Hoofdzonden heten ze te zijn, dat betekent dat, als je je aan één ervan schuldig maakt, je al meteen naar de hel gaat. Voor eeuwig zult Ge branden! Dat vond ik wel erg ontmoedigend – Ik heb ze dan ook zowat allemaal, in meerdere of mindere mate, ergens in mijn latere leven, begaan. En hoe vaak ben ik niet, op weg naar Frankrijk, ook ergens in mijn latere leven, door dat historische dorp gesjeesd, rakelings langs het meisjespensionaat dat met de voorgevel aan de weg in die ruime bocht grensde!
- Ah, Theo, atteindre la haute note jaune! verzucht Vincent van Gogh, in een van zijn vele brieven aan zijn broer Theo. Ik las ze voor het eerst zelf in het Frans en was er kapot van. Zijn zoektocht naar de puurheid van het absolute was zo intens dat we er alleen maar met een heilig ontzag aan terug kunnen denken. Zo’n broer had ik nou ook graag willen hebben petit Jésus, als ik dan toch nog een wens mag doen! Eentje die streeft naar eenzelfde haute note jaune! De geniale krachtmeting van een man met zijn penseel en de zon. Die de perfectie zoekt in één enkele penseel- of pennestreek, die het licht opslorpt om het nooit meer weg te laten vloeien.
Zo’n broer!
-------oooooooo-----------oooooooooooo---------