geplaatst op 24/10/2001
laatste wijziging 04/05/2016 reacties en suggesties: e-mail naar simon kuipers |
Terug
naar de vorige pagina |
20 oktober 2001 | |
|
RIJPWETERING - Oktober is de Bob Eversmaand. Deel 48 van de roemruchte boekenserie verscheen, het twaalfde van louter de hand van thrillerauteur Peter de Zwaan. En de VPRO zond in de documentairereeks Andere Tijden een item uit over Willem van den Hout (1915 - 1985), die onder het pseudoniem Willy van der Heide 36 eerdere deeltjes schreef. Uiteverij De Eekhoorn zette in een halve eeuw ruim vijf miljoen van de op meters afstand herkenbare roodgeel gekafte pockets om. Nu gaan de oude delen in de ramsj. Maar De Zwaan zet door en de discussie over hoe fout Van den Hout in de Tweede Wereldoorlog was, gaat gewoon verder. Het zijn hoogtijdagen voor de Bob Evers-fanaten. En die zijn er nogal wat. Vooral gelouterde mannen discussiëren en wisselen uit via www.bobevers.nl. Er is een halfjaarlijkse Bob Evers Nieuwsbrief van de broers Hans en Ton Kleppe. John Beringen uit Wijk bij Duurstede schreef in de jaren negentig vier pockets (exact gelayout volgens de rood-gele dogmatiek) over de serie en de jaarlijkse toogdag op Kaageilend bij Rijpwetering is een bijeenkomst van opgewonden heren, moeiteloos terugrollend naar de eerste druk van hun jeugdsentiment. Ruim vijf miljoen Bob Evertjes circuleren in Nederland. Geen huis of er moeten exemplaren rondzwerven, verstoft op zolder of gekoesterd op de plank. Daar moet iets achter zitten. Wel tien redenen, becijferden intellectuele bladen als Vrij Nederland of Haagse Post al in de jaren zeventig. In het begin - deel 1 kwam uit in 1949 - was het wellicht het ontbreken van deen moralistisch tintje: de avonturen gingen dwars in tegen de fatsoensnormen en idealen van het naoorlogse, wederopbouwende Nederland. Hoeze noest en spaarzaam? Drie jongens maakten van alles mee, overal ter wereld, in dikke auto's, met rollen geld in de achterzak, knalden vrolijk boeven neer zonder eerst even fatsoenlijk aangifte te doen en spraken ironisch over hun ouwelui. Dat waren de vaders: van Jan Prins, die gepensioneerd kolonel was en zijn punctualiteit, discipline en pinnigheid had voortgeplant in zijn telg; van Arie Roos, een Amsterdamse reder van het type breed hebben en breed laten hangen, hetgeen de sproetige dikkerd uitsluitend volmondig kon beamen; van Bob Evers, een Amerikaans fabrikant van vliegtuigmotoren. Boegeroep Nummer twee Tijdens de mobilisatie neemt hij het slappe Nederlandse leger op de hak in De Kruistocht van generaal Taillehaeck. Beide boeken komen uit in inmiddels bezet Nederland. Van den Hout (alias Willem W. Waterman, Sylvia Sillevis, Otto Onge, Victor Valstar) doet vanaf januari 1941 de propaganda voor het Zwart Front van de fascist Arnold Meyer. In augustus is hij alweer weg, naar eigen zeggen omdat hij het vormen van een antibolsjewistisch legioen (Meyers doel) landverraad zou zijn, naar de smaak van anderen omdat hij ruzie kreeg met de rest. Telegraafchef Thijssen benadert hem dan voor een maandblad dat De Gil gaat heten. Tussen 1942 en 1944 komt het veertien keer uit. Het is een slimme propaganda; het blad doet net alsof ook NSB-ers ('de labbekakken!') en Duitsland op de korrel wordt genomen en geeft songteksten van elders streng verboden jazzartiesten. Het gif zit hem in de relativering. Cynisch genoeg worden nazi-Duitsland, dat de oorlog ziet verliezen, en de geallieerden, waar 'Joden en nikkers' het kapitaal beheersen, over één kam geschoren. Maar het blad wordt gemaakt bij de afdeling Aktiv-Propaganda en de ingezonden brieven gaan met adres meteen naar de SD. Het is een nazi-opiniepeiling met nazorg door de Gestapo. Na 'Dollen Dinsdag' - een term die door Van den Hout is bedacht - stopt het blad. Hij mag dan een radioprogramma maken volgens hetzelfde stramien; veel jazz en luim, maar met een saus van jodenhaat en militarisme. Hij boekstaaft het zinnetje dat grootouders nu nog testen op de kleinkinderen: Hallo, hallo, wie stinkt daar zo? Het is het mannetje van de radio! Dubbelspion Wel laptopjes, maar geen 'vet cool' voor Bob Evers. De meeste lezers zijn dik tevreden. "Zelfs doorgewinterde fans kunnen niet zien waar ik het overnam". De Zwaan vlakte de extremiteiten van de karakters iets af ('Arie Roos was monsterlijk dik, maar liep ook keihard achter de boeven aan. Dat kan dus niet"), snoeide in de uitbundige gebrulde neologismenstijl van Van der Heide, maar handhaafde de dogma's: geen drank, drugs en seks. Jan Prins kreeg wel een laptop, maar geen condooms mee op avontuur. " Als je niets wil veranderen, moet je ook de grens met België weer oprichten en smokkelaars in Buicks laten rondrijden, achtervolgd door de sterke arm in Kevertjes. Dat kan natuurlijk niet meer". "Ik heb de technische omgeving van deze tijd gemaakt, maar de karakters en leeftijden niet veranderd. Bob Evers zou nu zestig zijn geweest, dat slaat nergens op". Ook de taal maakt De Zwaan niet trendy: "Vet en cool, ik krijg het niet uit m'n strot. Bovendien is dat over tien jaar weer ouderwets". Gevloekt wordt er niet in Bob Eversland: "Ik heb niet de behoefte om dat te doen. Het past ook niet bij de boeken die voor tienplus zijn. Bovendien, de drie jongens hebben niets met kerk of geloof, dan moet je ook niet vloeken". Van den Hout zelf was ruig in de bek: hij richtte in de jaren zeventig een eigen "Manicheese Wereldkerk" op, niet omdat-ie bekeerd was, maar omdat de belastingdienst zo'n genootschap prettig ontzag. Deel 48 in de Bob Evers-serie heet "Grof geschut op schateiland". Uitg. De Eekhoorn, Oud-Beijerland 2001; 184 blz. Fl. 13,20 met dank aan John Beringen voor het verstrekken van bovenstaande tekst
|