home  -  tijd in BEeld  -  bibliografie  -  werken  -  feuilleton  -  nieuwsbrief  -  de media  -  zeijlstra  -  zeerust  -  diversen

gepubliceerd op 27/10/2000
laatste wijziging 19/10/2022
reacties en suggesties: e-mail naar simon kuipers  
Terug naar de
vorige pagina

20 oktober 2000

’Fantasie past goed in politiek’  
Bob Evers inspireert René Verhulst tot Utrechtse sleutelroman
Maarten Venderbosch

UTRECHT — Behalve de stadspolitiek heeft CDA’er René Verhulst nóg een passie: de avonturen van Bob Evers, Arie Roos en Jan Prins. In januari verschijnt zijn sleutelroman in dagboekvorm ‘Achterkant Stadhuis’. Daarin koppelt Verhulst, in een mengsel van fictie en non-fictie, de geest van deze jeugdboekenreeks aan de Utrechtse politieke realiteit van vandaag. Met als hoofdthema de raadsverkiezingen van 8 november.

Van de drie avontuurlijke helden Bob Evers, Arie Roos en Jan Prins weet René Verhulst zich nog het meest verwant met de laatste, Jan Prins. Hij is de meest zakelijke en zuinige van het onverschrokken jeugdboekentrio. Maar hij is ook degene die beschikt over het grootste portie doorzettingsvermogen. Een doorzetter, soms, tegen beter weten in.

Maar het is veel meer FBI-detective Jack Masters, die Verhulsts grote favoriet is uit de Bob Evers-reeks van Willy van der Heide. Een kloeke held van het zuiverste soort, die nog nooit in zijn leven bang is geweest. Op zoek naar geboefte rijdt hij rond in Jaguars, als de situatie erom vraagt zwaait hij afwisselend met chequeboek of pistool. ,,Jack Masters is kennelijk ook belangrijk genoeg om met een enkel telefoontje de complete FBI met marineschepen op te trommelen om Bob, Arie en Jan te hulp te schieten.'' 

René Verhulst ontvangt in zijn werkkamer op kasteel Nyenrode. Een klassiek ogende ruimte met veel donker hout, hoge spiegels en een hoog plafond. Verhulst is secretaris van het college van bestuur van de bedrijfskundeuniversiteit in Breukelen. Een baan die hij vervult naast het CDA-fractievoorzitterschap in de Utrechtse gemeenteraad. 

Uit een plastic tasje haalt hij voorzichtig ('deze komen haast nooit van hun plek') enkele originele Bob Evers hardcovers uit de jaren vijftig. 'Lotgevallen in een Locomotief' is er zo eentje; een fanatiek Bob Evers-volgeling geeft er grif tweehonderd gulden voor. 'Heibel in Honoloeloe' komt ook op tafel. Hét lievelingsdeel van Verhulst, met daarin die onnavolgbare scène van een enorme vechtpartij in Harry's Bar. Zeker 35 pagina's sleept die zich voort in totale chaos, terwijl de bierpomp is gesneuveld en er op elke pagina bijna voelbaar een biernevel neerslaat op de vechtende meute. ,,Je ziet het voor je alsof je naar een film kijkt. Dat is de kracht van de serie.’’ 

Bob Evers, kun je zeggen, heeft René Verhulst tot schrijven aangezet. De serie jeugdboeken uit de jaren vijftig en zestig heeft hem laten zien hoe je sfeer oproept, een plot smeedt, karakters uitdiept, en hoe je spanning opbouwt en vasthoudt. Dingen die de Utrechter goed van pas komen, nu hij in betrekkelijke stilte werkt aan zijn sleutelroman in dagboekvorm 'Achterkant Stadhuis'. Dat boek, in januari te verschijnen, speelt zich af in en rond het nieuwe stadhuis van Utrecht. De verkiezingen van 8 november staan voor de deur. In een mengsel van fictie en non-fictie beschrijft Verhulst wat eraan voorafgaat en wat erop zal volgen, in het openbaar zowel als achter de politieke coulissen. 

René Verhulst moet toegeven dat hij soms wegdroomt naar een Bob Evers-belevenis, als het raadsdebat weinig avontuurlijke spanning brengt. Een geheime schat, duistere smokkel, valse dollars, een schilderijenroof - dát soort ingrediënten kleuren de jeugdboekenserie in. ,,Maar ik ben beslist geen dagdromer. Bob Evers is een andere beleving dan de raad, heel anders ook dan Nyenrode. Ik vind wel, dat de fantasie die zo kenmerkend is voor Bob Evers-boeken ook goed past in de politiek. Want als je fantasie hebt, ben je ook creatief, en creativiteit brengt je op de beste ideeën.’’ 

Elk van de 32 Bob Evers-boekjes die Willy van der Heide schreef, heeft Verhulst minstens tien keer gelezen. En al zijn het jeugdboeken, hij leest ze ook op zijn veertigste nog met evenveel plezier. ,,De één gaat naar de film om te ontspannen, de ander rijdt motor. Ik lees Bob Evers.'' 

Hij is niet de enige. Dat is hem gebleken dankzij het internet. Op www.Bobevers.nl hebben de liefhebbers elkaar gevonden. Het zijn er tachtig tot honderd in het land, die de serie kaft tot kaft lezen en als hogere wetenschap bestuderen. Meest mannen, meest dertigers en veertigers. 

De Bob Evers Club kent vogels van divers pluimage, weet Verhulst. Van brandweerman tot professor, met als gemeenschappelijke deler dat geen van hen zich een saai leven wenst. Avontuur lonkt, altijd en overal. Al behoort een groot aantal van hen tot de categorie leunstoel-avonturiers. ,,Maar het is natuurlijk ook héérlijk om veilig thuis op te gaan in een spannend verhaal.’’

Eens per jaar komt de Bob Evers Club bij elkaar. Vorig jaar december in het kasteel in Breukelen. Zij speelden er 'Lotgevallen op een landgoed', een verhaal geïnspireerd op de boekenreeks, uiteraard voorzien van alle mogelijke terugkerende details die Van der Heide in zijn werken verpakte. Zo werd er stevig tonic gedronken, zoals ook Bob, Arie en Jan bij voorkeur tonic drinken - Van der Heide werd dan ook gesponsord door London Tonic. 

Op een van die bijeenkomsten heeft Verhulst de hoogbejaarde zuster van Van der Heide ontmoet. Hoe onderhoudend de boekjes van haar overleden broer ook mogen zijn, minder fraaie verhalen zijn er te vertellen over Van der Heide zélf. Naar verluidt heeft die alles gedaan wat verboden is. Hij was fout in de oorlog. Zat enige tijd geïnterneerd in fort Blauwkapel in Utrecht. Stond bekend als een charlatan, dronkaard en schreeuwlelijk. Hij schreef zijn boekjes op zijn woonschip. Ofschoon het avontuur Bob, Arie en Jan over alle continenten leidt, vertoefde Van der Heide nooit over de landsgrens. Hij liet zich in zijn beschrijvingen van woeste oerwouden, ruwe gebergtes of de Kalahari woestijn inspireren door plaatjes uit reisgidsen. Aan sommige deeltjes valt af te lezen dat de auteur het slot ervan afraffelde; dan dreigde Van der Heide zijn deadline niet te halen. ,,Ik beoordeel Van der Heide liever op zijn boeken,'' zegt Verhulst. 

Op internet publiceerde hij een zelfgeschreven Bob Evers-feuilleton. Dat is gebundeld tot feitelijk een nieuwe aflevering: 'Lawaai in Luxemburg'. Sindsdien heeft Verhulst nog twee deeltjes geschreven, puur voor de lol en natuurlijk voor de Bob Evers Club. 'Helse capriolen door een molen' heet het ene deeltje, 'Potsierlijke praktijken in een pakhuis' het andere. Een vierde zit nog in de pen. 

Naast dat alles werkt hij nu aan Achterkant Stadhuis. ,,Wat is er nou leuker dan iets te beschrijven waar je midddenin zit? En waar je, analoog aan Bob Evers, ook je fantasie op los kunt laten?'' Willem Elsschot, volgens Verhulst ‘de allerbeste schrijver tot op heden’, schreef zijn romans tenslotte ook na zijn werk en vaak óver dat werk. 

Wat er groeit, is een deels verzonnen verhaal rond karakters die aan de politieke werkelijkheid in Utrecht zijn ontsproten. Er zijn de wethouders Kooistra, Duitenbosch en Grafhorst. Er is Hans Karman, leider van de grootste, lokale partij in de stad. Een belangrijke rol speelt ook een louche hoogleraar-adviseur die collegeleden onderwerpt aan haptonomie, en die Raspoetin-achtige trekjes vertoont. De goede mensen zijn de bode Van Mees en het raadslid Joziasse. Verhulst twijfelt nog of hij een aan drank verslingerde journalist zal opvoeren. ,,Aardige is natuurlijk dat straks, als het boek af is, en Utrecht een nieuw stadsbestuur heeft, iedereen zichzelf de vraag stelt: wat is er nou écht, en wat is er verzonnen? Ik kan één ding beloven: er zal niets van gelogen zijn.'' 


  Copyright © 2000 Utrechts Nieuwsblad - alle rechten voorbehouden