Zomaar twee citaten uit de Bob Evers-serie, die ogenschijnlijk niets met
elkaar te maken hebben:
-
"Ik ken Pijnenborg sinds de tijd dat we samen in een Japans gevangenkamp
zaten," vertelt detective Colenbrander, die volgens Arie beter een
aandeel in een viswinkel of in een patates frites-kraam had kunnen kopen
dan in een detective-bureau. [Deel 13 (1e druk), blz. 64] Uit de hele beschrijving
van de persoon Colenbrander blijkt dat het hier om een werkelijk bestaande
kennis c.q. mede-kroegtijger van Willy van der Heide ging; "Ze hebben
allemaal een dubbele bodem," verklaarde Willy in een interview over
de Bob Evers-boeken. Veel personen en namen uit Willy's kennissenkring
komen - al dan niet in een ietwat gewijzigde vorm - voor in zijn Bob Evers-boeken.
Het nerveuze gedoe, de onhandigheid, de vermeende punctualiteit en de rare
gewoonte op twee horloges te dragen (hetgeen Ir. Dausenberg overigens ook
doet) zijn allemaal tè raak om zomaar aan de fantasie van een schrijver
te zijn ontsproten.
-
"Theodoor - Jasses - Idioot - weer Theodoor -," spelt Jan zijn geboorteplaats.
[Deel 12 (1e druk), blz. 109]. Hebt u zich nou ook altijd afgevraagd waarom
Willy van der Heide Jan Prins nou uitgerekend in dit onooglijke plaatsje
aan de spoorlijn Bandoeng - Djokjakarta geboren liet worden? Hebt u zich
nou ook altijd afgevraagd waarom Willy Jans geboorteplaats dan ook nog
eens fout spelt? Daar moet een reden voor zijn, een reden die ik in onderstaand
verhaal graag wil toelichten.
Willy van der Heide is nooit in Nederlandsch Indië dan wel Indonesië
geweest, volgens de gangbare "biografieën". Biografieën inderdaad
tussen aanhalingstekens, want een echte biografie over de man is nooit
verschenen; het wachten is op de voltooiing van Johan van der Ploegs werk.
Twee manieren waarop iemand die nooit in Indonesië is geweest, als
plaats uitgerekend Tjitjalen(g)ka uitkiest, zijn:
-
Je neemt een atlas ter hand, je sluit je ogen en wijst op goed geluk een
plaats aan. In de Bos-Atlas, 39e druk (1955) staat de plaatsnaam Tjitjalengka
op kaart 34 (6°59' Z., 107°50' O.); in Nelles Road Atlas Indonesia
(1992) is de spelling in Bahasa Indonesia overigens Cicalengka (kaart 66).
In elk geval is de letter 'g' prominent aanwezig in de spelling (, maar
niet in de uitspraak!).
Dit lijkt mij dus niet de manier die Willy heeft gebruikt, want wat je
ook van de man kunt beweren, hij zal als schrijver een zo belangrijke plaats
als de geboorteplaats van een van zijn protagonisten niet foutief overschrijven!
-
Je kent de plaats uit verhalen van anderen. Willy moet deze plaatsnaam
inderdaad van iemand gehoord hebben, en wel tot vervelens toe (na één
keer horen onthoud je zo'n naam echt niet): "... dat hij van Colenbrander
weinig anders interessants horen kon dan verhalen van Japanse concentratiekampen."
[Deel 13 (1e druk), p. 68].
De twee citaten, waarmee ik mijn verhaal hierboven begon, zou ik nooit
met elkaar in verband hebben gebracht, als ik deze week niet toevallig
dat schitterend uitgevoerde standaardwerk, dat in geen enkele Nederlandse
boekenkast zou mogen ontbreken, in handen had gekregen: de Geïllustreerde
Atlas van de Japanse Kampen in Nederlands-Indië 1942-1945 Deel 1
van J. van Dulm, W.J. Krijgsveld, H.J. Legemaate, H.A.M. Liesker en G.
Weijers (Zierikzee, Asia Maior, 2002, 3e druk).
Ervan uitgaande dat Colenbrander een bestaand persoon was uit de kennissenkring
van Willy van der Heide was (in werkelijkheid al dan niet Colenbrander
hetende), mogen we gevoeglijk aannemen, dat hij de man was, die Willy heeft
ingelicht over het bestaan van kamp en plaats Tjitjalengka; Willy heeft
uit 's mans verhalen wel de plaatsnaam onthouden, maar verzuimd de juiste
spelling na te kijken. Op pagina 124 van genoemd boek staat alle beschikbare
informatie over het dubbelkamp Tjitjalengka-Madjalaja.
In de periode juli-augustus 1945 werden enkele duizenden mannen en jongens
uit de kampen in Tjimahi (Tjimahi is een plaatsje 2 km ten westen van Bandoeng,
waar in totaal maar liefst 12 kampen en kampjes gevestigd waren, een ervan
in de buitenwijk Baros) en Bandoeng tewerkgesteld bij de aanleg van een
nieuwe spoorlijn tussen Tjitjalengka, 28 km ten oosten van Bandoeng aan
de hoofdspoorlijn naar Midden-Java, en het 12 km zuidoostelijk van Tjitjalengka
gelegen plaatsje Madjalaja. Met de geplande aansluitingen zou het nieuwe
baanvak een lengte van 15 km krijgen; het tracé verliep ongeveer
evenwijdig langs de oostzijde van de bestaande weg tussen beide plaatsen.
Aanvankelijk werden dagelijks werkers per trein uit Bandoeng (15de Bat.)
aangevoerd, maar tussen 7 juli en 19 augustus 1945 was op ongeveer een
derde van het tracé vanaf Tjitjalengka een permanent werkkamp (A.
Spoorwegkamp-noord) ingericht voor uiteindelijk 2.200 geïnterneerden
in zes bamboeloodsen van een oude pannenbakkerij (zie afbeelding 1, een
overzicht uit westelijke richting; reconstructietekening van H.A.M. Liesker,
die hier in de maanden juli en augustus 1945 tewerkgesteld was), terwijl
in Madjalaja een kleiner permanent kamp (B, spoorwegkamp-zuid) kwam voor
300 tewerkgestelden in een verlaten weverij. Daarnaast werden ook in deze
latere periode dagelijks nog mannen en jongens uit Bandoeng per trein overgebracht.
Van de spoorlijn was aan het einde van de oorlog alleen een deel van het
grondwerk voltooid; vier dagen na de Japanse capitulatie werden de spoorwegkampen
ontruimd naar Tjimahi en Bandoeng.
Bestaansperiode kampen: noord: 15 juli - 19 augustus 1945;
zuid: 31 juli - 19 augustus 1945.
Geïnterneerden: burgers (mannen en jongens).
Behuizing: noord: zes oude loodsen van een pannenbakkerij,
bamboe/hout; zuid: loods van een verlaten weverij en een nieuw gebouwde
barak van bamboe en atap.
Japanse commandant: noord: Araki Tokuji (gemilitariseerd
burger); zuid: (assistent-commandant): Takimoto.
Europese leiding: noord: dhr. Th. van der Ven; zuid:
onbekend.
Bewaking: heiho's.
Transporten: noord: 15.7.1945, 2.000 mannen en jongens van
Tjimahi, 4de & 9de Bat., kamp 4; 1.8.1945: 200 mannen en jongens van
Tjimahi 6de Depot Bat., kamp 5 (Baros).
Totaal in kamp per 1.8.1945 (max. bevolking incl. overledenen) 2.200;
19.8.1945: 200 mannen en jongens naar Tjimahi, kamp 5 (Baros), 300 mannen
en jongens naar Tjimahi, Depot Mob. Art., kamp 6, jongenskamp, 1.700 mannen
en jongens naar Tjimahi, kamp 4; zuid: 31.7.1945 300 mannen en jongens
uit Bandoeng, 15de Bat.; 10.8.1945: 40 mannen en jongens (zieken) naar
15de Bat.; 19.8.1945: 260 mannen en jongens naar 15de Bat.
Doden: onbekend.
|