Een lang citaat, waarin de formule voor ijzeren T-balken uitgebreid
uit de doeken wordt gedaan.
Sprengmeister Schumann
De zware stem van de breedgebouwde man rommelde door de enge cel als
een beginnend onweer.
'Doe niet zo ongezellig, zeg. Praat Amerikaans. Het is hier geen Linguaphone-cursus.'
Arie keerde zich in de richting van de zware stem. De stem kwam van
beneden af, dus de man was vermoedelijk op de grond gaan zitten.
'Over talen gesproken... naar je accent te oordelen ben jij geen geboren
Amerikaan.'
'Nee, ' zei de ander, 'en geen Engelsman ook. En geen Turk. Verbazingwekkend
erover na te denken, wat een massa dingen ik niet ben. Ik ben Duitser van
geboorte. Genaturaliseerd Amerikaan. Ik heet Schumann. Het stomste wat
ik van mijn leven ooit heb kunnen doen, was Amerikaan worden. Waarom ben
ik niet rustig in Duitsland gebleven... In Dortmund. Gezellig. Goed bier.
Goeie worst. En nu hebben ze weer een leger ook.'
'Nou,' zei Arie. 'In Amerika hebben ze ook heel goeie legers, heb ik
gehoord. En een massa dingen die knallen en kunnen ontploffen.'
'Bier deugt niet,' zei Schumann somber. 'Worst deugt niet. Alles maken
ze van blik. Of ze stoppen het in blik.'
Arie liet zich ook op de grond zakken, want hij had zo'n vermoeden,
dat hij nog heel wat uurtjes in dit hok zou moeten doorbrengen, en dit
leek hem wel een machtig mooie vent om mee te praten.
'Is het waar, dat u alle springstoffen van de expeditie beheert?'
'Ja, natuurlijk,' antwoordde de zware stem. Elke keer dat hij iets
zei, trilde de deur en een stuk ijzer daaraan vibreerde dan mee, juist
zoals een los draadje in een luidspreker. 'Je denkt toch zeker niet dat
ze iedereen met dynamiet laten sollen, wel? Ik heb dit baantje gekregen
omdat ik specialist ben voor alles wat te maken heeft met dynamiet, trotyl,
en dergelijke lawaaiboel. Het gebeurt dikwijls dat wij een stuk berg van
binnen willen bekijken en dan gaan we natuurlijk niet zitten hakken, maar
blazen een stuk van de berg op. Is veel lolliger en gaat veel gauwer.'
Nu begon Jan Prins wakker te worden. Hij had nu eenmaal altijd een
brandende belangstelling voor alles wat met techniek of fysica te maken
had en wilde van dergelijke dingen graag het naadje van de kous weten.
En dit was de eerste maal, dat hij de kans kreeg, met iemand te praten
die dag-in, dag-uit met explosieven omging. Hij vroeg begerig: 'Hebt u
al veel in de lucht laten vliegen?'
'Och,' antwoordde de zware stem lijzig, 'zo van alles wat, hè.
Ik ben niet eenkennig. Bruggen, een paar treinen, wat betonbunkers, hier
en daar een weg, een paar duizend bomen en een koppeltje bergen. Verder
nog wat klein grut, zoals auto's, een enkele tank en een keer een generaal,
maar dat was per ongeluk.''
'Is dat moeilijk werk?'
'Wat?? Generaals in de lucht laten vliegen? Ja, want het is zo moeilijk
ze in de buurt van springstoffen te krijgen.'
Arie schoot in een schaterlach. 'U bent zeker in het leger geweest?'
'Ja, wat dacht je? Nergens anders krijg je zo'n prachtkans om knallen
te veroorzaken. Ik was Sprengmeister bij een pionierbataljon van de Duitse
weermacht. Gewon weermacht. En ik was geen nazi, anders hadden ze me nooit
de Amerikaanse nationaliteit gegeven.'
Jan Prins vroeg nu, met dezelfde gretigheid: 'Hoe blaas je eigenlijk
iets op?'
De stem van Schumann had de klank van iemand die zich achter het oor
zit te krabben.
'Kijk eens... iets in de lucht laten vliegen is niet zo simpel, als
de meeste mensen denken. Het is niet zo, dat je onder een versperring maar
een pak springstof legt, er een lont aanknoopt, die aansteekt, verschrikkelijk
hard wegrent en in een gat gaat liggen wachten to de stukken je om de oren
vliegen. Dat kan natuurlijk wel, maar dat is prutswerk. Je moet beginnen
met te bekijken wat je precies op wilt ruimen en wat moet blijven staan.
Het is af en toe wel prettig als er ook iets blijft staan. Verder is het
soms ook van belang dat je weet waar de brokken gaan terechtkomen. Soms
moeten je hindernissen volkomen verdwijnen, maar soms ook alleen maar omvallen,
of verplaatst worden. Bovendien heeft elke springstof zijn eigenaardigheden,
zoals ook elke houtsoort zijn bepaalde karaktertrekken heeft. Niemand zal
eikehout gebruiken voor een bijlsteel, of beukehout voor een boot. Dus
voor elk karwei is een bepaald soort springstof het geschiktst. Nu zijn
voor de meest voorkomende soorten van explosief werk tabellen opgesteld,
waarop je precies kunt lezen welke springstof je gebruiken moet, in welke
hoeveelheid , en met wat voor soort van lont. Die lont is ook erg belangrijk.'
Jan Prins viel hem ongeduldig in de rede.
'Geeft u daar nou eens een voorbeeld van.'
'Nou ... als ik in de oorlog, zoals bij de terugtocht uit Rusland,
de opdracht kreeg een weg te versperren, door middel van bomen die er langs
stonden, was ik heus niet zo gek om met dynamiet te gaan werken. Dat ging
veel mooier met hoog-explosieve lont.'
'Heb je dan verschillende soorten lont?'
'Heus wel. Je hebt lont die met een snelheid van een meter per minuut
brandt. Die gebruik je als je tijd nodig hebt om weg te komen. Maar je
hebt ook lont, en daar had ik het daarnet over, die in een seconde een
paar honderd meter aflegt. Als ik tien meter van zo'n lont in een grote
kring leg, en ik steek die op een punt aan, vliegt de hele cirkel met een
knal de lucht in. Zulk soort lont gebruikte ik voor wegversperringen met
bomen. Levende bomen zijn natuurlijk vers hout, en die bomen moesten niet
naar buiten vallen, maar dwars over de weg. Best, dan nam ik mijn tabellenboekje,
hoofdstuk 'hout', paragraaf 'vers hout' en de alinea 'bomen'.
Dan las ik daar dat de formule daarvoor was: O=2D.'
'Frisse morgen,' zei Arie. 'Dat is een nieuw soort explosieve algebra.
Fijn als je de pé hebt aan je wiskundeleraar.'
'Heel eenvoudig. Het aantal omwikkelingen van de lont om de boom, aangegeven
door het getal o is gelijk aan tweemaal de doorsnee van die boom in centimeters.
Om aan de veilige kant te blijven doe je er dan nog een extra wikkeling
bij. Je klemt aan de van de weg afgekeerde zijde van de boom een staafje
of een blokje trotyl mee vast, en brengt het zaakje met een stukje gewone
lont tot ontploffing. Je moet zelf zien om het te kunnen geloven, maar
dat lont snijdt de boom in tweeën, gladder dan met de beste bijl en
dat extra blokje trotyl zorgt dat hij naar de juiste kant omvalt. Voor
ijzeren T-balken heb je weer een andere formule. Ik weet die toevallig
ook uit mijn hoofd: O=L², en L betekent daar de breedte van het ijzer,
die je dus gekwadrateerd moet nemen.'
Jan Prins zat hier even over na te denken. 'Maar als je nu een gat
in de grond moet maken?'
Schumann zuchtte diep, en het leek wel of er een kleine cycloon door
het vertrek woei.
'Dat deed ik al wekenlang bij deze expeditie en ik ken geen stomvervelender
werk dan gaatjes in de grond maken. Het hoofdprincipe is altijd weer, dat
de verwoesting veroorzaakt wordt door de opeenhoping van gas. Bij een geweer,
bijvoorbeeld, wordt het kruit in je patroon omgezet in gas, maar dat kan
niet weg omdat de kogel ervoor zit. Die wordt dus met enorme kracht uitgedreven.
Maak je een geweerpatroon los, en strooi je het kruit op een bord, dan
kun je het rustig aansteken. Je krijgt een enorme vlam en een gaswolk,
maar geen ontploffing van belang. Niet eens een knal. Elke springstof ter
wereld heeft de eigenschap dat die, in een onderdeel van een seconde zijn
vaste stof om kan zetten in een enorme hoeveelheid gas. Als dat gas weg
kan, krijg je dus alleen een soort van windvlaag. Maar als de springstof
omgeven is door iets dat weerstand biedt, perst het zich zelf samen onder
ontzaglijke druk. En die druk is natuurlijk groter naar mate de weerstand
minder meegeeft.'
'Als je zo door redeneert,' viel Jan Prins in de rede, 'kun je dus
een staaf dynamiet op de begane grond zonder veel gevaar laten ontploffen.'
'Maar dat is ook zo. Het maakt een heleboel lawaai en er ontstaat natuurlijk
wel een grote gasdruk, een soort van plotselinge windvlaag, die je tegen
de grond kan smijten of je trommelvliezen beschadigen, maar dat is ook
alles, omdat het gas dat ontstaat, vrij weg kan komen. Granaten van kanonnen
worden bij voorkeur zo gemaakt, dat zij eerst in de grond dringen en daarna
pas ontploffen.'
De precieze Jan Prins zat natuurlijk weer na te denken. Even later
vroeg hij:
'Wat zijn dan kartetsgranaten? Mijn vader was kolonel in het leger
en die had het vaak over projectielen die in de lucht ontploffen.'
'Dat klopt ook weer, jongen. Kartetsgranaten zijn omgeven door een
stevige, stalen mantel en bovendien voor een groot deel gevuld met kogeltjes
of metaalsplinters die na de ontploffing in het rond vliegen en een heleboel
narigheid kunnen veroorzaken.'
'Dus als ik het wel heb, kun je eigenlijk minder springstof gebruiken,
naarmate je het gat waar je dynamiet in zit, beter afsluit.'
'In beginsel, ja.'
Jan wilde altijd graag van alles het fijne weten.
'Maar hoe zit dat nou, als je bijvoorbeeld een gat in de grond wilt
maken of een weg opblaast? Hoe ver moet je dan weg gaan om geen gevaar
te lopen?'
'Dat is nu juist de kwestie van ervaring en vakmanschap, jongen. Er
zijn namelijk twee gevarenkringen. De eerste is natuurlijk binnen een betrekkelijk
kleine cirkel om de plaats van de explosie heen, laten we zeggen een meter
of vijftig. Dan komt er een ring met een staal van honderd tot honderdvijftig
meter, en gek genoeg daarbuiten weer een veel groter gebied waar het levensgevaarlijk
is. Daarom gebeurt het wel eens dat mensen, die bij een komende explosie
al te bang worden en als een haas gaan wegrennen, te ver weglopen en juist
daardoor iets op hun hoofd krijgen.'
'Daar snap ik geen snars van.'
'Het is toch erg eenvoudig. In de binnenste cirkel brengt de gasdruk
gevaar met zich mee. In de ring daaromheen is die gasdruk van weinig belang
meer. Die neemt namelijk af evenredig met het kwadraat van de afstand.
Maar de opgeworpen stenen en brokken kunnen erg ver weg vliegen in een
hoge boog en die komen in de buitenste cirkel naar beneden.'
Arie Roos had een levendiger en iets meer sensationele geest. Deze
grauwe theorie was hem niet kleurrijk genoeg.
'Zeg, mijnheer Schumann, hebt u niet een of ander mooi verhaal van
iets dat u zelf in de lucht heb laten vliegen?'
'Jaaaa,' zei Schumann langgerekt.' Het spitste geintje dat ik heb uitgehaald
was tijdens de terugtocht van de Duitse troepen uit Griekenland en Joegoslavië,
nadat de Engelsen in de Balkan waren geland. Bij die terugtocht moest het
leger door Joegoslavië, dat toen eenvoudig gonsde van de partizanen,
die allemaal tot de tanden bewapend waren. In hele grote gebieden waren
die snuiters volkomen de baas, en daar tussenin de Duitsers. In een van
die gebieden lag een stad die we A. zullen noemen, en van A. liep een spoorlijn
door onherbergzaam gebied naar een stad B., die al in handen van de Russen
was. Nu wilden die Russen zo snel mogelijk zwaar oorlogsmaterieel overbrengen
naar A., om daarna van beide kanten onze terugtocht af te knijpen. Er waren
al een paar zendingen verstuurd, toen ik met andere kerels per parachute
werd afgeworpen met de opdracht die spoorlijn goed en grondig te mollen.
Nu is het helemaal geen kunst om een spoorlijn op te blazen. Maar het is
nog veel eenvoudiger, de rails weer te repareren. Een hulptreintje ernaar
toe, met wat rails en dwarsliggers en een paar vakmensen repareren het
geval in een paar uur. Dat is tegenwoordig kinderspel. Nu konden wij dat
grapje vermoedelijk maar een keer uithalen, want na de eerste klap zouden
ze natuurlijk bewaking gaan instellen. Nu hadden wij het als volgt uitgekiend:
De lijn A.-B. was ongeveer honderd kilometer lang, en wij waren met z'n
vijven, met een behoorlijke lading springstof, neergelaten op dertig kilometer
van A. af. Daar legden we een flinke lading trotyl onder de rails, zo aangebracht,
dat de eerste trein die eroverheen reed, prompt in de lucht zou vliegen.
Driehonderd meter verderop, de kant van A. uit, brachten wij een tweede
lading aan, met een tijdbom die elektrisch aan de eerste was gekoppeld
en zes uur na de eerste explosie de lucht in zou gaan. En ten slotte legden
wij een derde surprise, eveneens met een elektrische tijdbom, vierhonderd
meter de kant van B. uit. Jongens, wat hadden we dat mooi uitgekiend! We
lagen op een bergtop in de buurt en het was mooier dan een filmvoorstelling.
De eerste de beste transporttrein met vijandelijk materiaal vloog de lucht
in en maakte een droom van een versperring. De stad A. lag het dichtst
bij, dus daar vandaan werd een hulptrein opgetrommeld, die een paar uur
later arriveerde en aan het opruimingswerk begon. Ze waren net goed op
dreef met de rijdende kranen en takelwagens toen de tweede lading de pret
kwam verhogen. Toen lagen er twee treinen over elkaar heen, en de onmisbare
kraanwagens, die je nodig hebt om een treinwrak op te ruimen, waren nu
zelf puin geworden. Toen zat er weinig anders op dan een hulptrein uit
B. te laten komen, en die stopte precies boven op de plaats waar we geacht
hadden dat hij stoppen zou. Je hebt nog nooit zo'n prachtige puinhoop gezien
als op die spoorlijn toen ook de derde springlading uit elkaar barstte.
Ze hadden toen geen hulptreinen meer en de eerste weken is de rommel zo
blijven liggen. Je ziet dus, dat je bij alles wat je doet je hersens moet
gebruiken; ook bij werk met springstoffen.'
Een meesterstunt in Mexico, pag. 152.
|