home  -  tijd in BEeld  -  bibliografie  -  werken  -  feuilleton  -  nieuwsbrief  -  de media  -  zeijlstra  -  zeerust  -  diversen

geplaatst op 28/06/1998
laatste wijziging 06/05/2016
reacties en suggesties: e-mail naar simon kuipers  
Terug naar de
vorige pagina

"To BE or not to BE"

Een lang citaat, waarin de formule voor ijzeren T-balken uitgebreid uit de doeken wordt gedaan.


Sprengmeister Schumann

De zware stem van de breedgebouwde man rommelde door de enge cel als een beginnend onweer.
'Doe niet zo ongezellig, zeg. Praat Amerikaans. Het is hier geen Linguaphone-cursus.'
Arie keerde zich in de richting van de zware stem. De stem kwam van beneden af, dus de man was vermoedelijk op de grond gaan zitten.
'Over talen gesproken... naar je accent te oordelen ben jij geen geboren Amerikaan.'
'Nee, ' zei de ander, 'en geen Engelsman ook. En geen Turk. Verbazingwekkend erover na te denken, wat een massa dingen ik niet ben. Ik ben Duitser van geboorte. Genaturaliseerd Amerikaan. Ik heet Schumann. Het stomste wat ik van mijn leven ooit heb kunnen doen, was Amerikaan worden. Waarom ben ik niet rustig in Duitsland gebleven... In Dortmund. Gezellig. Goed bier. Goeie worst. En nu hebben ze weer een leger ook.'
'Nou,' zei Arie. 'In Amerika hebben ze ook heel goeie legers, heb ik gehoord. En een massa dingen die knallen en kunnen ontploffen.'
'Bier deugt niet,' zei Schumann somber. 'Worst deugt niet. Alles maken ze van blik. Of ze stoppen het in blik.'
Arie liet zich ook op de grond zakken, want hij had zo'n vermoeden, dat hij nog heel wat uurtjes in dit hok zou moeten doorbrengen, en dit leek hem wel een machtig mooie vent om mee te praten.
'Is het waar, dat u alle springstoffen van de expeditie beheert?'
'Ja, natuurlijk,' antwoordde de zware stem. Elke keer dat hij iets zei, trilde de deur en een stuk ijzer daaraan vibreerde dan mee, juist zoals een los draadje in een luidspreker. 'Je denkt toch zeker niet dat ze iedereen met dynamiet laten sollen, wel? Ik heb dit baantje gekregen omdat ik specialist ben voor alles wat te maken heeft met dynamiet, trotyl, en dergelijke lawaaiboel. Het gebeurt dikwijls dat wij een stuk berg van binnen willen bekijken en dan gaan we natuurlijk niet zitten hakken, maar blazen een stuk van de berg op. Is veel lolliger en gaat veel gauwer.'
Nu begon Jan Prins wakker te worden. Hij had nu eenmaal altijd een brandende belangstelling voor alles wat met techniek of fysica te maken had en wilde van dergelijke dingen graag het naadje van de kous weten. En dit was de eerste maal, dat hij de kans kreeg, met iemand te praten die dag-in, dag-uit met explosieven omging. Hij vroeg begerig: 'Hebt u al veel in de lucht laten vliegen?'
'Och,' antwoordde de zware stem lijzig, 'zo van alles wat, hè. Ik ben niet eenkennig. Bruggen, een paar treinen, wat betonbunkers, hier en daar een weg, een paar duizend bomen en een koppeltje bergen. Verder nog wat klein grut, zoals auto's, een enkele tank en een keer een generaal, maar dat was per ongeluk.''
'Is dat moeilijk werk?'
'Wat?? Generaals in de lucht laten vliegen? Ja, want het is zo moeilijk ze in de buurt van springstoffen te krijgen.'
Arie schoot in een schaterlach. 'U bent zeker in het leger geweest?'
'Ja, wat dacht je? Nergens anders krijg je zo'n prachtkans om knallen te veroorzaken. Ik was Sprengmeister bij een pionierbataljon van de Duitse weermacht. Gewon weermacht. En ik was geen nazi, anders hadden ze me nooit de Amerikaanse nationaliteit gegeven.'
Jan Prins vroeg nu, met dezelfde gretigheid: 'Hoe blaas je eigenlijk iets op?'
De stem van Schumann had de klank van iemand die zich achter het oor zit te krabben.
'Kijk eens... iets in de lucht laten vliegen is niet zo simpel, als de meeste mensen denken. Het is niet zo, dat je onder een versperring maar een pak springstof legt, er een lont aanknoopt, die aansteekt, verschrikkelijk hard wegrent en in een gat gaat liggen wachten to de stukken je om de oren vliegen. Dat kan natuurlijk wel, maar dat is prutswerk. Je moet beginnen met te bekijken wat je precies op wilt ruimen en wat moet blijven staan. Het is af en toe wel prettig als er ook iets blijft staan. Verder is het soms ook van belang dat je weet waar de brokken gaan terechtkomen. Soms moeten je hindernissen volkomen verdwijnen, maar soms ook alleen maar omvallen, of verplaatst worden. Bovendien heeft elke springstof zijn eigenaardigheden, zoals ook elke houtsoort zijn bepaalde karaktertrekken heeft. Niemand zal eikehout gebruiken voor een bijlsteel, of beukehout voor een boot. Dus voor elk karwei is een bepaald soort springstof het geschiktst. Nu zijn voor de meest voorkomende soorten van explosief werk tabellen opgesteld, waarop je precies kunt lezen welke springstof je gebruiken moet, in welke hoeveelheid , en met wat voor soort van lont. Die lont is ook erg belangrijk.'
Jan Prins viel hem ongeduldig in de rede.
'Geeft u daar nou eens een voorbeeld van.'
'Nou ... als ik in de oorlog, zoals bij de terugtocht uit Rusland, de opdracht kreeg een weg te versperren, door middel van bomen die er langs stonden, was ik heus niet zo gek om met dynamiet te gaan werken. Dat ging veel mooier met hoog-explosieve lont.'
'Heb je dan verschillende soorten lont?'
'Heus wel. Je hebt lont die met een snelheid van een meter per minuut brandt. Die gebruik je als je tijd nodig hebt om weg te komen. Maar je hebt ook lont, en daar had ik het daarnet over, die in een seconde een paar honderd meter aflegt. Als ik tien meter van zo'n lont in een grote kring leg, en ik steek die op een punt aan, vliegt de hele cirkel met een knal de lucht in. Zulk soort lont gebruikte ik voor wegversperringen met bomen. Levende bomen zijn natuurlijk vers hout, en die bomen moesten niet naar buiten vallen, maar dwars over de weg. Best, dan nam ik mijn tabellenboekje, hoofdstuk 'hout', paragraaf 'vers hout' en de alinea 'bomen'. Dan las ik daar dat de formule daarvoor was: O=2D.'
'Frisse morgen,' zei Arie. 'Dat is een nieuw soort explosieve algebra. Fijn als je de pé hebt aan je wiskundeleraar.'
'Heel eenvoudig. Het aantal omwikkelingen van de lont om de boom, aangegeven door het getal o is gelijk aan tweemaal de doorsnee van die boom in centimeters. Om aan de veilige kant te blijven doe je er dan nog een extra wikkeling bij. Je klemt aan de van de weg afgekeerde zijde van de boom een staafje of een blokje trotyl mee vast, en brengt het zaakje met een stukje gewone lont tot ontploffing. Je moet zelf zien om het te kunnen geloven, maar dat lont snijdt de boom in tweeën, gladder dan met de beste bijl en dat extra blokje trotyl zorgt dat hij naar de juiste kant omvalt. Voor ijzeren T-balken heb je weer een andere formule. Ik weet die toevallig ook uit mijn hoofd: O=L², en L betekent daar de breedte van het ijzer, die je dus gekwadrateerd moet nemen.'
Jan Prins zat hier even over na te denken. 'Maar als je nu een gat in de grond moet maken?'
Schumann zuchtte diep, en het leek wel of er een kleine cycloon door het vertrek woei.
'Dat deed ik al wekenlang bij deze expeditie en ik ken geen stomvervelender werk dan gaatjes in de grond maken. Het hoofdprincipe is altijd weer, dat de verwoesting veroorzaakt wordt door de opeenhoping van gas. Bij een geweer, bijvoorbeeld, wordt het kruit in je patroon omgezet in gas, maar dat kan niet weg omdat de kogel ervoor zit. Die wordt dus met enorme kracht uitgedreven. Maak je een geweerpatroon los, en strooi je het kruit op een bord, dan kun je het rustig aansteken. Je krijgt een enorme vlam en een gaswolk, maar geen ontploffing van belang. Niet eens een knal. Elke springstof ter wereld heeft de eigenschap dat die, in een onderdeel van een seconde zijn vaste stof om kan zetten in een enorme hoeveelheid gas. Als dat gas weg kan, krijg je dus alleen een soort van windvlaag. Maar als de springstof omgeven is door iets dat weerstand biedt, perst het zich zelf samen onder ontzaglijke druk. En die druk is natuurlijk groter naar mate de weerstand minder meegeeft.'
'Als je zo door redeneert,' viel Jan Prins in de rede, 'kun je dus een staaf dynamiet op de begane grond zonder veel gevaar laten ontploffen.'
'Maar dat is ook zo. Het maakt een heleboel lawaai en er ontstaat natuurlijk wel een grote gasdruk, een soort van plotselinge windvlaag, die je tegen de grond kan smijten of je trommelvliezen beschadigen, maar dat is ook alles, omdat het gas dat ontstaat, vrij weg kan komen. Granaten van kanonnen worden bij voorkeur zo gemaakt, dat zij eerst in de grond dringen en daarna pas ontploffen.'
De precieze Jan Prins zat natuurlijk weer na te denken. Even later vroeg hij:
'Wat zijn dan kartetsgranaten? Mijn vader was kolonel in het leger en die had het vaak over projectielen die in de lucht ontploffen.'
'Dat klopt ook weer, jongen. Kartetsgranaten zijn omgeven door een stevige, stalen mantel en bovendien voor een groot deel gevuld met kogeltjes of metaalsplinters die na de ontploffing in het rond vliegen en een heleboel narigheid kunnen veroorzaken.'
'Dus als ik het wel heb, kun je eigenlijk minder springstof gebruiken, naarmate je het gat waar je dynamiet in zit, beter afsluit.'
'In beginsel, ja.'
Jan wilde altijd graag van alles het fijne weten.
'Maar hoe zit dat nou, als je bijvoorbeeld een gat in de grond wilt maken of een weg opblaast? Hoe ver moet je dan weg gaan om geen gevaar te lopen?'
'Dat is nu juist de kwestie van ervaring en vakmanschap, jongen. Er zijn namelijk twee gevarenkringen. De eerste is natuurlijk binnen een betrekkelijk kleine cirkel om de plaats van de explosie heen, laten we zeggen een meter of vijftig. Dan komt er een ring met een staal van honderd tot honderdvijftig meter, en gek genoeg daarbuiten weer een veel groter gebied waar het levensgevaarlijk is. Daarom gebeurt het wel eens dat mensen, die bij een komende explosie al te bang worden en als een haas gaan wegrennen, te ver weglopen en juist daardoor iets op hun hoofd krijgen.'
'Daar snap ik geen snars van.'
'Het is toch erg eenvoudig. In de binnenste cirkel brengt de gasdruk gevaar met zich mee. In de ring daaromheen is die gasdruk van weinig belang meer. Die neemt namelijk af evenredig met het kwadraat van de afstand. Maar de opgeworpen stenen en brokken kunnen erg ver weg vliegen in een hoge boog en die komen in de buitenste cirkel naar beneden.'
Arie Roos had een levendiger en iets meer sensationele geest. Deze grauwe theorie was hem niet kleurrijk genoeg.
'Zeg, mijnheer Schumann, hebt u niet een of ander mooi verhaal van iets dat u zelf in de lucht heb laten vliegen?'
'Jaaaa,' zei Schumann langgerekt.' Het spitste geintje dat ik heb uitgehaald was tijdens de terugtocht van de Duitse troepen uit Griekenland en Joegoslavië, nadat de Engelsen in de Balkan waren geland. Bij die terugtocht moest het leger door Joegoslavië, dat toen eenvoudig gonsde van de partizanen, die allemaal tot de tanden bewapend waren. In hele grote gebieden waren die snuiters volkomen de baas, en daar tussenin de Duitsers. In een van die gebieden lag een stad die we A. zullen noemen, en van A. liep een spoorlijn door onherbergzaam gebied naar een stad B., die al in handen van de Russen was. Nu wilden die Russen zo snel mogelijk zwaar oorlogsmaterieel overbrengen naar A., om daarna van beide kanten onze terugtocht af te knijpen. Er waren al een paar zendingen verstuurd, toen ik met andere kerels per parachute werd afgeworpen met de opdracht die spoorlijn goed en grondig te mollen. Nu is het helemaal geen kunst om een spoorlijn op te blazen. Maar het is nog veel eenvoudiger, de rails weer te repareren. Een hulptreintje ernaar toe, met wat rails en dwarsliggers en een paar vakmensen repareren het geval in een paar uur. Dat is tegenwoordig kinderspel. Nu konden wij dat grapje vermoedelijk maar een keer uithalen, want na de eerste klap zouden ze natuurlijk bewaking gaan instellen. Nu hadden wij het als volgt uitgekiend: De lijn A.-B. was ongeveer honderd kilometer lang, en wij waren met z'n vijven, met een behoorlijke lading springstof, neergelaten op dertig kilometer van A. af. Daar legden we een flinke lading trotyl onder de rails, zo aangebracht, dat de eerste trein die eroverheen reed, prompt in de lucht zou vliegen. Driehonderd meter verderop, de kant van A. uit, brachten wij een tweede lading aan, met een tijdbom die elektrisch aan de eerste was gekoppeld en zes uur na de eerste explosie de lucht in zou gaan. En ten slotte legden wij een derde surprise, eveneens met een elektrische tijdbom, vierhonderd meter de kant van B. uit. Jongens, wat hadden we dat mooi uitgekiend! We lagen op een bergtop in de buurt en het was mooier dan een filmvoorstelling. De eerste de beste transporttrein met vijandelijk materiaal vloog de lucht in en maakte een droom van een versperring. De stad A. lag het dichtst bij, dus daar vandaan werd een hulptrein opgetrommeld, die een paar uur later arriveerde en aan het opruimingswerk begon. Ze waren net goed op dreef met de rijdende kranen en takelwagens toen de tweede lading de pret kwam verhogen. Toen lagen er twee treinen over elkaar heen, en de onmisbare kraanwagens, die je nodig hebt om een treinwrak op te ruimen, waren nu zelf puin geworden. Toen zat er weinig anders op dan een hulptrein uit B. te laten komen, en die stopte precies boven op de plaats waar we geacht hadden dat hij stoppen zou. Je hebt nog nooit zo'n prachtige puinhoop gezien als op die spoorlijn toen ook de derde springlading uit elkaar barstte. Ze hadden toen geen hulptreinen meer en de eerste weken is de rommel zo blijven liggen. Je ziet dus, dat je bij alles wat je doet je hersens moet gebruiken; ook bij werk met springstoffen.'
 

Een meesterstunt in Mexico, pag. 152.